Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 1 - Emily Dickinson: Daar ik voor...

maandag 02 januari 2017

Daar ik voor Dood niet stoppen kon -
Deed Hij 't attent voor mij -
Wij pasten Samen in de Koets -
Onsterflijkheid ging mee.

We reden traag - Hij had geen haast
En ik liet achter mij
Mijn arbeid en mijn vrije tijd,
Zo Hoffelijk was Hij -

We gingen langs de School, gestoei
Van Kinderen, in de Kring -
Langs Velden Starend Graan - en langs
De Zon die Onderging -

Of nee - Die ging langs Ons -
Toen Dauw Kilte en huiver bracht -
Want enkel Tule - was mijn Sjaal -
Mijn Jurk, maar Spinnerag -

We stopten voor een Huis dat leek
Een Zwelling van de Grond -
Het Dak was nauwelijks te zien -
De Kroonlijst - in de Grond -

't Is Eeuwen her - en toch voelt het
Veel korter dan de Dag
Dat ik voor 't eerst die Paarden wist -
Naar Eeuwigheid op weg -

(Vertaling: Peter Verstegen)

2005


Een tocht met De Dood; een allegorie, net zoals in onze schitterende middeleeuwse
Elkerlijc. Een rit, waarin bij Dickinson, naast De Dood als hoofse Koerier, alleen Onsterfelijkheid mee reist. Zonder haast voorbij de oude school en langs graanvelden bij ondergaande zon. De vertelster draagt nog slechs een kleed van spinrag en een stola van tule. Als de koets stopt bij het graf, lijkt het besef eeuwen geleden: de paarden brachten haar naar de Eeuwigheid.

In mijn Logboek schrijf ik vandaag over de film A Quiet Passion, die handelt over het leven van Emily Dickinson. Dit gedicht zit ook prominent in die film. Na Emily's dood kreeg haar zus Lavinia de beschikking over negentienhonderd handgeschreven gedichten: elfhonderd in een doos en achthonderd in veertig zelfhandgenaaide bundels. Dit gedicht is het eerste van bundel 23.

De laatste tocht van de vertelster is niet eens eenzaam. Niet omdat Dood en Onsterfelijkheid haar vergezellen, maar omdat De Dood een personificatie is van De Verloren Geliefde. Immers, de Dood maakt haar het hof. Het weerzien met haar plotsklaps verdwenen minnaar - een getrouwde dominee die emigreerde, misschien wel vanwege hun onmogelijke liefde - laat de tijd vliegen: het voelt veel korter dan de Dag als daar het einde is... 

Grappig detail: Peter Verstegen schrijft, in die geweldige tweedelige uitgave van Dickinsons gedichten, dat dit gedicht in de Verenigde Staten is gebruikt in een campagne om meer orgaandonors te verwerven.    

 

Hierboven en hieronder:
Emily Dickinson in de collectie van Frank Verhallen
(rechtsonder op bovenste foto filmflyer)



 

Archief 2017