Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 24 - Hans Dorrestijn: Het ontbijt...

dinsdag 13 juni 2017

De moordenaar zit aan 't ontbijt
met een croissant met kersenjam.
Hij denkt weer aan de kleine meid,
haar gespartel en haar schrille stem.

Dan perst hij sinaasappelsap
voor de Vitamine-C.
Eerst vocht ze nog, toen werd zij slap,
deed alles met hem mee.

Hij pakt neuriënd de botervloot
en snijdt nog een vers broodje aan.
Zijn eetlust, 's morgens, is heel groot -
hij geniet van het bestaan.

En hij denkt, terwijl hij zingt,
aan een uur of wat geleden:
hij voelt weer hoe hij binnendringt
in de kleine meisjesschede.

Dan is het gedaan met eten
en opgewekt leegt hij zijn glas.
Nee, nooit zal hij vergeten
hoe bang de kleine voor hem was.

En de resten van de maaltijd
gaan in de emmer met pedaal.
Hij ziet het bloesje en de sokjes,
het rokje en de rode sjaal.

Hij staat bij 't raam en rekt zich uit -
hij sneed en scheurde haar uiteen:
het snoesje met haar perzikhuid...
Hij glimlacht voor zich heen.

Als hij de tuindeur opendoet,
ruisen de bomen in de wind.
Het waait, denkt hij, en dat is goed
voor een pasgestorven kind

In 't stadspark ziet een passant
't naakte lijfje in de struiken
en slaat alarm. De moordenaarshand,
die staat niet stil - de kamer gaat naar koffie ruiken.

1995


Vorige week had ik het
hier over het lied
In Germany before the war van Randy Newman. Ik schreef: Geïnspireerd op de film, uit 1931, M. van Fritz Lang. Daarin speelt Peter Lorre de kindermoordenaar Hans Beckert. Net zo'n man als die we kennen uit een lied van Hans Dorrestijn - da's voor een latere keer. Tot maar meteen vandaag, want anders komt het er misschien niet meer van: Het ontbijt van de kindermoordenaar

Eerst even terug naar de genoemde film: M - Eine Stadt sucht einen Mörder. Een psychologiche thriller en vooral zo beklemmend omdat met man en macht wordt gezocht naar de kindermoordenaar Beckert, terwijl je hem alweer op een bankje ziet zitten loeren naar weer een spelend kind dat zijn nieuwe slachtoffer zal zijn.    

Hans Dorrestijn (ook hier en hier en hier en hier en hier) voert in zijn lied zo'n zelfde man op. Als luisteraar / lezer zou je die gevaarlijke gek meteen willen laten arresteren. Dorrestijn zong het nummer in zijn theaterprogramma
Gesmolten ijsberen. Daarin viel, zoals gebruikelijk, heel veel te lachen. Maar een enkele keer dus niet. Tijdens de eerste coupletten zaten theaterbezoekers nog ongemakkelijk te grinniken, niet wetend welke kant het lied op zou gaan. Maar na de vierde strofe - hij voelt weer hoe hij binnendringt in de kleine meisjesschede - was hun het lachen volledig vergaan. 

De harde realiteit leidde tot verdriet en vooral woede. Dorrestijn heeft heel wat boze bezoekers voor zich gehad na afloop van zijn voorstelling. Dat zo'n tekst toch echt niet kon. Vond eenzelfde groep ruim zestig jaar eerder ook: dat zo'n film echt niet kon. Inmiddels wordt
M - Eine Stadt sucht einen Mörder gezien als Fritz Langs beste.

Archief 2017