Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 30 - Nafiss Nia: Ik heb de tuinman ontmoet

woensdag 26 juli 2017

Ik hoor bij water en aarde, bij blauw en geel,
bij het begin van het kersenseizoen.
Mijn moeder onthoudt de verjaardagen van
haar kinderen door de tekens van de natuur.
Het vertrek van zwaluwen, de komst van
narcissen op de markt, de zons- of
maansverduistering zijn het teken
voor de geboorte van een kind.
Ik ben geboren aan het begin van
het kersenseizoen, in een groot
geel gebied, rustend op de
zijderoute en in de laatste
schuilplaats van de tuinman. Ik herkende
hem meteen. Hij zat onder een
kersenboom en staarde naar zijn lot.
Opgejaagd door de dood had hij
een ongewisse toekomst.
Met herinneringen aan zijn land van water
zocht hij een veilige haven in mijn
blauwe fata morgana. We ontmoetten
elkaar en ons lot raakte verbonden.
Ik stelde hem voor aan mijn
geboorteplaats, aan het water en
de aarde. Schouder aan schouder
liepen we door de nauwe stegen,
versierden onze reuk met de
oosterse geuren van de bazaar en
gaven onze lichamen over aan de
koelte van de Levende Rivier.
De tuinman ontdekte zijn verloren
tuin en vond zijn laatste rustplaats.
Voor ons afscheid vertelde hij
over de regen en de bossen,
over de groene seizoenen van zijn
geboorteland, dat als een groot schip
op het water drijft. Ons lot viel samen.
Ik had een loot van een kersenboom
toen ik onderdak zocht in het land
van water en vond de tuinman in
mezelf. Ik droeg zijn angst op mijn
schouders en werd in hem geboren
zoals hij in mij geboren was. Zijn laatste
woorden werden mijn houvast:
"Wend je niet af van de kersen."

2017


In een bijdrage over Jules de Corte - zie hier - drukte ik het gedicht af: De tuinman en de dood van P.N. van Eyck. De tuinman vlucht helemaal naar Isfahan om aan de Dood te ontkomen. Maar de Dood was juist verrast toen ik 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan die ik 's avonds halen moest in Isfahan.

De dichteres en nog veel meer (zoals filmmaakster en vertaalster) Nafiss Nia is in 1968 in Isfahan geboren, studeerde filmregie en Moderne Perzische literatuur in Teheran, kwam naar Nederland en studeerde hier aan de Film- en Televisieacademie in Amsterdam. Zij publiceerde inmiddels twee gedichtenbundels (Esfahan, mijn hoopstee, uit 2005, en De momenten wachten ons voorbij, uit 2012) en een bloemlezing met haar vertalingen van moderne Perzische poëzie, getiteld Stegen van Stilte (2007). 

Bovenstaand gedicht is nieuw. Ik vind het prachtig hoe zij haar geboorteplaats en -tradities - Ik ben geboren aan het begin van het kersenseizoen, in een groot geel gebied - verbindt aan het land van P.N. van Eyck (die de inhoud van het gedicht - aan de Dood ontkom je niet - overigens overnam uit een traditie die ouder is dan het Christendom): land van de regen en de bossen, [...] de groene seizoenen, [...] van water. Maar nog mooier hoe zij het land waar zij is geboren in en door zichzelf laat samensmelten met het land van de tuinman, waar zij onderdak zocht toen zij zijn angst nog op haar schouders droeg. Immers:

zij is
geboren aan het begin van het kersenseizoen en treft de tuinman onder een kersenboom. Maar dan heeft hij zich nog niet met zijn lot verzoend, want hij staarde naar zijn lot. Pas als zij de tuinman in háár land, zijn laatste schuilplaats, heeft thuisgebracht - de tuinman ontdekte zijn verloren tuin en vond zijn laatste rustplaats - kan zij zelf afscheid nemen en zij vertrekt met een loot van de kersenboom. Want zijn laatste woorden werden mijn houvast: "Wend je niet af van de kersen." 

In haar biografie noemt zij zich een Iraans-Nederlandse dichteres. Mooi gedicht om aan te voeren binnen de discussie over een dubbel paspoort / dubbele nationaliteit: het gaat er niet om wie je màg zijn, maar wie je bènt. En wie weet dat beter dan wie hoort bij water en aarde, bij blauw en geel, maar ook bij het land dat als een groot schip op het water drijft...



 

 

Archief 2017