Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 42 - Jan Wolkers: Mijn eerste meisje...

zaterdag 21 oktober 2017

Mijn eerste meisje was zo lieflijk als een fee
Ik nam haar op een keer mee naar mijn atelier
Ik dacht, een schilder die nog nooit een naakt geschilderd heeft
Kan amper zeggen dat hij heeft geleefd
Ik kuste haar de kleren van het ranke lijf
Mijn lippen werden ruw van 't onderzoeken
Bepaalde onderdelen van mijn lichaam werden stijf
Ik frommelde een vlezig slap ding
Keihard uit de doeken
Ze zei, het deed maar even pijn
Maar toen je doorging vond ik 't vreemd en fijn

2005


Een groot dichter was Jan Wolkers niet. Dat wist hij zelf ook wel en zijn poëtisch oeuvre is dan ook maar klein. Zijn Verzamelde gedichten (1943-2007) beslaan nauwelijks honderd pagina's.
Jan Wolkers was groots in het beschrijven van details tot een wervelend geheel; een gedicht is nu juist het geheel terugbrengen door er één aspect uit te lichten.

Ook bovenstaand gedicht is niet bijzonder. Ik koos het alleen maar vanwege de maatschappelijke discussie waarin de literaire gebeurtenis van het jaar - het verschijnen van Wolkers' prachtbiografie - deze week werd meegezogen. Zie hier.  

 

Archief 2017