Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 21 - Jan Hanlo: Zo meen ik dat ook jij bent

donderdag 25 mei 2017

zoals de koelte 's nachts langs lelies
en langs rozen
als wit koraal en parels diep in zee
zoals wat schoon is rustig schuilt
maar straalt wanneer ik schouwen wil
zo meen ik dat ook jij bent

als melk
als leem
en 't bleke rood van vaal gesteent
of porselein
zoals wat ver is en gering
en lang vergeten voor het oud is

zoals een waskaars en een koekoek
en een oud boek en een glimlach
en wat onverwacht en zacht is en het eerste
en wat schuchter en verlangend en vrijgevig
gaaf maar broos is
zo meen ik dat ook jij bent

1944


Eric van Sauers had het in zijn voorstelling
Ontroert (2014) over het stopmoment in je leven: de dag dat je vindt dat je te oud bent geworden om nog in een nieuwe ontwikkeling of trend mee te gaan. Als voorbeeld noemt hij zijn vader, die wel een mobiele telefoon had, maar niet wilde leren hoe te sms'en. Ikzelf had het met zelfscannen in de supermarkt. Ik dacht jaren geleden: daar begin ik niet meer aan. Totdat je - het gebeurde me deze week - in een Tilburgse AH to Go staat waar je wel moet zelfscannen omdat er niet anders valt af te rekenen. Stopmoment kwijt dus, maar sinds vandaag heb ik er weer een.

Het vijftiende nummer van
De God van Nederland viel op de mat, dat studentikoos-recalcitrante literaire kwartaaltijdschrift waarop ik geabonneerd ben. Ooto Ooto Ooto Boem is de titel, want het gaat deze keer over dodelijke ongelukken in de Nederlandstalige letteren. Woordspeling ontleend aan Oote oote oote boe van Jan Hanlo (1912-1969) natuurlijk: de eerste twee regels van zijn vermaarde gedicht Oote. Meteen een ingang naar deze rubriek: Jan Hanlo!

En toen kwam het
stopmoment. Nee, geen bijdrage hier over dit stukgeschreven gedicht, besloot ik, maar kiezen voor het gedicht waaraan ik altijd moet denken als Hanlo's naam valt. Dat is het bovenstaande:
Zo meen ik dat ook jij bent, tevens de titel van de fraaie biografie die Hans Renders in 1998 schreef.
Het gedicht is zeker
niet zijn beste en al geschreven in 1944, toen hij pas goed met dichten begon en ook nog eens stapelverliefd was. Een beetje meer afstand doet de poëzie vaak goed. Maar beter een gedicht opnemen waar ik in geloof en dat voor zichzelf spreekt dan met een beschrijving komen waarin ik mij verlies in wetenswaardigheden en details. Want dat was wat ik wilde doen.
Stop!

Mijn
stopmoment? Dat zal de toekomst leren.  



Jan Hanlo in de bibliotheek van Frank Verhallen
 

Archief 2017