Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 4 - Hannah van Binsbergen: Aan...

dinsdag 24 januari 2017

In de brief die ik niet eens geschreven heb
op 16 mei 2011 wil ik mijn liefde in de de strijd betrekken
mijn brandend hart moest de laatste granaat op het patriachaat zijn.
Het spijt me zo dat ik de onverstuurde brieven ben verloren
aan de fatsoenlijke man die ik liefhad als tiener
(ik wilde hem vernietigen want ik wilde dat hij ontkwam)
aan de liefde van mijn vroege leven en degene
voor wie ik zoveel werk verricht heb.
Ik had het elk van hen kunnen zeggen
hoe ik van je houd is slecht, maar kijk hoe goed ik je vasthoud.
Omdat mijn woedde zich uitte in liefde
voorspelde ik mijn einde alleen.
(De vreselijke kou tussen mijn borsten
wat toch een gelukkige plek had moeten zijn)
De echte brief, de laatste:
Boven alles ben ik minnaar
en alles is een wapen van de wet, de enige

die ik mijzelf gesteld heb.
Omdat mijn woedde zich uitte in liefde
leefde ik van afrekening naar afrekening
25 mei 2011: ik wil wonen in een kapotte caravan naast de spoorbaan.
Wat ik wilde was het dromerige tussenleven
van de deuropening bewaren. Ik heb veel gedaan
om eindelijk mijn eigen naam te kunnen zeggen.

2016


Overmorgen, donderdag 26 januari, start Poëzieweek 2017 met de uitreiking van de VSB-Poëzieprijs: een geldbedrag van 25.000 euro. Het zou mij niet verbazen als de prijs gaat naar Kwaad gesternte, het debuut van de jonge dichteres Hannah van Binsbergen (1993). Zij is ook genomineerd voor de Herman de Coninck-prijs (6.000 euro) en de winnaar daarvan wordt vandaag bekendgemaakt.

Vandaag al een gedicht van haar om te zien of mijn voorspelling uitkomt. Een brief aan zichzelf, want de titel is: Aan Hannah van Binsbergen, slapeloze scholier. De slapeloze scholier die zij in 2011 was, 17 jaar oud dus. Het is het slotgedicht van de bundel, terwijl het in het openingsgedicht ook al gaat over onverstuurde brieven, maar dan om voor het eerst het afscheid van mijn onverstuurde brieven te voelen. En dan barst de bundel los: van meisjeslijf naar studiegeest, van goede Julia naar slechte Sylvia, van strijdbaar geëngageerd naar hypergevoelig en zelfs erg grappig. Over haar bijzondere poëzie zal het deze week nog een keer vaker gaan.  

Archief 2017