Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 32 - Ghayath Almadhoun: Damascus...

vrijdag 11 augustus 2017

Damascus trok zich terug

Ik heb dit gedicht geschreven voor een vrouw die ik beminde. Daarna zijn we uit elkaar gegaan. Zij heeft nu een andere man en ik heb dit gedicht.

Toen ik Damascus verliet, zat ik vast op mijn plek en trok Damascus zich terug. Dat is precies wat Einstein probeerde te zeggen over de relativiteitstheorie, wat Whitman probeerde te zeggen in Grasbladen en wat ik probeerde te fluisteren in jouw oor toen jij probeerde van mij te houden.

Damascus trok zich terug en ik had mijn hart zorgvuldig in mijn koffer gepakt, mijn hart dat jij zo goed kent, jankte als een wolf in de woestijn van Jordanië, terwijl ik het spoor van een oude honger volgde, omdat ik sinds Damascus me had verlaten, niet genoeg liefde meer had ontvangen. 'Geduld is mooi en God is een toevlucht', staat in de Koran geschreven.

Ik voedde mijn hart dat jij zo goed kent met de heesheid van je stem, opdat het tot rust zou komen, en ik blies er een wolk hasjiesj in om het te kalmeren, terwijl de bedoeïen, die mijn huid had aangetrokken, rondzwierf met de Arabieren van het Noorden. Hoe kan ik in jouw huis wonen, als God heeft beschikt dat ik 'in elke vallei smacht naar mijn geliefde'? Hoe kan ik, als de mawwaals mij hebben gestolen uit de schoot van mijn moeder en als jouw taille, die duidelijk is als de dood, mij gevangenhoudt tusen mijn vrienden, waarna ik je volg, zoals de vriend van Imroe' al-Kais zijn vriend volgde, land na land, slaaf na slaaf, terwijl ik van je wegvlucht, zoals 'de mens vlucht voor zijn broeder, en zijn moeder, en zijn vader, en zijn gezellin en zijn zonen'.

Damascus trok zich terug en ik zat op mijn plaats, mijn koffer vluchtte naar voren, en mijn hart, vervuld met Arabische retoriek, was bezig met mijn vertrek. Mijn hart dat je zo goed kent. Steeds wanneer ik het 's nachts uit zijn hol haal zodat het de maan kan zien, jankt het je naam, maar ik ben harder dan steen en mijn hart dat je zo goed kent, wordt niet milder.

2017


Ghayath Almadhoun (1979) is geboren in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk in Damascus. Zoon van een Palestijnse vader en Syrische moeder. Hij studeerde Arabische literatuur aan de Universiteit van Damasus en is journalist en dichter. Hij woont inmiddels in Stockholm. 
Bovenstaand gedicht komt uit de bundel ik hier jij daar. Die bevat gedichten van Almadhoun (vertaald door Djûke Poppinga) en Anne Vegter. Motto:
In de poëzie kunnen twee verschillende elkaar ontmoeten (Vegter), niet noodzakelijkerwijs om iets nieuws te bouwen, maar om de muren af te breken die ons tegenhouden wanneer we naar de andere oever willen oversteken (Almadhoun). Wordt vervolgd!



 

Archief 2017