Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A t/m K) en 2024-2 (L t/m Z), 2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 13 - Toon Hermans (2): De dingen

donderdag 30 maart 2017

Zie hier: deel 1
Zie ook het logboek.


[Luister hier]

'n Stoel, 'n kast, 'n ei, 'n ui -
weet je dat de dingen spreken?
'n Keukenla, 'n ouwe deken,
'n poef, 'n kruk of 'n fauteuil...

Ik hoor ze praten allemaal:
de kurkentrekker en de hamer
en zelfs de stilte in m'n kamer,
die spreekt 'n eigen taal...

'n Thermometer, 'n bordje pap,
'n hoedje of 'n onderbroekje,
'n rolmops of 'n bitterkoekje,
'n voordeur of 'n keldertrap...

'n Kraan, die druppelt in 't bad,
'n lippenstift of 'n gedichtje,
de vlam van 'n waxinelichtje
en aan het raam 'n vallend blad... 

'n Glas, 'n fles, 'n schoen, 'n tulp,
ik hoor ze soms heel zachtjes fluisteren;
ik sta naar een banaan te luisteren
of naar de knopen van m'n gulp...

De kokosmatten op de grond,
vogelpoep op de kozijnen,
kinderwagens, speelgoedtreinen,
ze reizen soms de wereld rond...

Ze zingen voor, ze zingen na,
de waterketel en de kopjes,
de apenootjes en de dropjes
en de sokken in de la...

Leven leeft in ieder ding,
in 'n potje of 'n doosje,
in 'n wat verschrompeld roosje
of in 'n ouwe gouwe ring...

'n Fototoestel of 'n brief,
'n lieve naam op 'n kalender,
die zegt opeens: "Hallo, ik ben d'r.
Heb je mij nog altijd lief?"

En in de foto's op de schouw
hoor ik de lieflijkste akkoorden;
ze zeggen soms veel meer dan woorden.
Soms hoor ik zacht: "Ik hou van jou."

1992


In Ik heb je lief toonde Toon Hermans zich niet alleen ouder en breekbaarder dan ooit, maar ook anders, wijzer. Alsof hem een geheim was geopenbaard. De kleine, simpele uitspraken over blijheid, geluk en liefde rond zichzelf en zijn gezinsleven, kregen een opvallende tegenhanger, met hoop, geloof en liefde nu eens als ernstige basis. Niet gespeeld, maar beleefd, doorvoelt: oprecht en intens. Geen franje dus of dat voorheen zo vaak uitgespeeld vals sentiment; wat hij nu uitdroeg, was puur, echt. Voor het eerst maakte hij kunst, poëzie. Misschien niet eens in letterlijke zin, want hij had nog te veel woorden nodig. Hoe kan het anders als je de essentie kunt aanraken, maar niet weet hoe je haar moet grijpen? Hoe kan het anders als je gewend bent mooie versjes te schrijven over wat je voelt, terwijl een goed gedicht zichzelf schrijft en jou pas achteraf verklaart hoe jij je voelt? Misschien dus niet in letterlijke zin, maar wel wat betreft grondtoon. (Toon zou nu quasi-onbegrijpend zijn woordgrap plaatsen: O, je bedoelt de Grond-Toon?) De basis daarvoor legde hij met gedichten, verhalen en dagboeknotities die hij in de jaren na Rietjes dood schreef. Uiteenlopend van kwaliteit: van niemendal tot waardevol, van kitsch tot kunst. Hij bundelde ze in Het water is heerlijk, welke bundel in 193 verscheen, een jaar na die theatershow.

Ik blijf haar zien als een zon boven het water en boven het land. Ik blijf haar horen als een zachte melodie die de kamer binnenkomt in de stilte van de avond of 's morgens vroeg, schrijft Hermans in Het water is heerlijk. En: Ik kan je niet aanraken, maar ik voel je. En: Zij maakt het beter dan ik. [...] Ik ben nog nergens. Zij is overal.
Rietjes geestverschijning was voor Toon Hermans geen openbaring. Zoals ook uit bovenstaand citaat blijkt, was hij een gelovig mens. Al eerder had hij gesteld dat het leven niet ophoudt bij de dood, maar het begin is van iets nieuws. In het openingslied van zijn show zong hij dan ook:
De zon gaat op, de zon gaat onder, maar zij gaat niet uit. Maar met haar aanwezigheid over de dood heen gaf Rietje die absolute zekerheid nog een extra dimensie en juist dat deed zijn creativiteit stromen. Hij schreef gedichten en penseelde schilderijen zoals hij ze nog niet eerder had kunnen maken. Verrassend, ontroerend, onthutsend zelfs. En steeds weer verwoordde hij diezelfde gedachte: Wat ze me gaf, blijft ze me geven en het wordt meer nog met de dag. Die beleving was zo intens dat het spelen van Ik heb je lief hem elke avond zo aangreep dat het niet was vol te houden; hij brak de tournee voortijdig af.

Lange inleiding op de liedtekst van hierboven. Het lied heet
De dingen en we vinden het op Ik zing van het leven, zijn laatste cd. Die maakte hij in 1996 onder leiding van dichter-zanger Gé Reinders - ook een Limburger, zij het uit Roermond en niet uit Sittard. Hermans hanteert in dit lied zijn pen als zijn penseel en ingenieus en ontroerend zoomt hij in en uit op de dingen in zijn huis: de stoelen en de kasten, de voordeur en kozijnen, een fles, een glas... Leven leeft in ieder ding zingt hij en dan komt hij uiteindelijk uit bij de meest persoonlijke herinneringen aan haar, eerst gevat in de kiekjes van het fototoestel en de woorden van een brief. Vervolgens zoomt hij nog verder in: op de verjaardagskalender en op haar naam die daar staat. En hij hoort haar spreken: En in de foto's op de schouw hoor ik de lieflijkste akoorden; ze zeggen soms veel meer dan woorden. Soms hoor ik zacht: "Ik hou van jou."  







 

Archief 2017