Gedicht gedacht

 

Poëzie is niet alleen om te lezen, maar ook om ermee te leven
Gerrit Kouwenaar


Een rubriek met gedachten over gedichten. Met, sinds najaar 2016, bijna tien jaar achtereen
dagelijks een nieuwe bijdrage: een gedicht en mijn toelichting daarop.
Voorjaar 2025 verwijder ik de inmiddels meer dan drieduizend afleveringen en begin
opnieuw. ‘Klassieke’ gedichten keren terug, maar met nieuwe(re) gedachten daarover;
daarnaast blijft er natuurlijk ruimte voor pas ontdekte bundels en dichters.
En... elke derde bijdrage (dus 3, 6, 9, 12 et cetera) staat een literair lied centraal,
zodat de gezongen poëzie niet onderbelicht blijft.
 
Een niet meer dagelijkse, maar wekelijkse rubriek. Met een weekgedicht dus – ook in
figuurlijke betekenis, want ik houd van poëzie die week maakt, die raakt.
Mijn levensmotto is immers dat ik onderweg ben om mooie dingen aan te raken. 


Poëzie is alledaags in die zin dat zij voor iedere dag is
Carol Ann Duffy



Ga rechtsreeks naar de inhoudsopgave.

Week 32 - 32. Judith Herzberg [3/3]

zondag 10 augustus 2025

Acht

Zie maar wat wij gaande weg verzamelen;
albums vol ogenblikken, foto's, gedroogde
en al weer verschoten bladeren
omdat het eens leek of de Noordse zon beloofde
de gloed van het moment er op te laten.

Met de trek naar vroeger
en het tij naar later
waren wij, waren wij?
te bang voor verandering
om naar wolken te kijken.

Leg dan de schelpen op de kast
en stof ze af
tot ze aan geen strand meer doen denken.

Een liefde die vervliegt?
Brieven in de la
poppen zich langzaam
tot geheimschrift om.

Maar wij bestaan
in plaats van niet.
Mijn kleine zoon kijkt naar zijn handen
en ziet niet dat hij verandert.

2024


2024 zet ik eronder, want met bovenstaand gedicht opent Kneedwezens, de laatste bundel van Judith Herzberg (1934). Die verscheen op 4 november 2024, de dag dat zij haar negentigste verjaardag vierde. Maar Acht stamt eigenlijk uit 1963 en is, binnen het geheel van de vijfendertig verzen van deze nieuwe bundel, een van de vijf al veel oudere. Die zijn namelijk alle vóór 1975 geschreven en toentertijd wel in literaire tijdschriften gepubliceerd, maar nooit in een bundel verschenen. 
Acht stond ruim zestig jaar geleden in Tirade. Het gedicht was toen ook nog titelloos, maar die kleine zoon – Hans van Leeuwen (1955) – was in 1963 acht jaar jong, dus vandaar die logische toevoeging ‘achteraf’.




Soldaat


Eerst is er altijd het geweer dat
gepoetst moet en vertroeteld worden,
de simpele rimpelloze troost het,
hij hangt zijn hemd er over bij zijn bed.

Het geweer maakt tot soldaat.
Dan komt de keer dat, na het ontbijt
hij hangend boven, liggend op zijn buik
drie smalle jongens en wat blaadjes raakt.

Omdat hij zelf gewond had kunnen worden
krijgt hij later, verdwaasder, de ridderorde.


Twee gedichten in Kneedwezens zijn ouder of net zo oud als het gedicht Acht, waaronder Soldaat, dat in 1963 te lezen was in Hollands Weekblad.
We moeten eerlijk zijn: die vijf oudere gedichtenzijn beter dan het merendeel van het nieuwe werk. Hoe kan het ook anders; een dichter van negentig heeft haar productiefste en meest inspirerende jaren achter zich liggen. Toch ben ik blij met deze bundel en met gedichten zoals Dat schilderij:

Dat schilderij

Dat schilderij
ik had er lang
naar willen kijken
bijna of ik het zelf
geschilderd had
in willen lijven.

Ze hebben er een lijst
omheen gedaan. Mij
was het liever zonder.
Maar, zeiden zij
zo kan het langer blijven.


Op het feestje ter gelegenheid van Herzbergs negentigste verjaardag maakte Claudia de Breij een vergelijking tussen Judith Herzberg en de Poolse dichteres Wislawa Szymborska (1923-2012). Niemand kende laatstgenoemde tot zij in 1996 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg toegekend. Sindsdien krijgt zij hoge literaire waardering voor haar poëzie. Als Judith Herzberg, zo stelde De Breij, ooit die prijs zou hebben ontvangen, was het met haar werk wereldwijd niet anders gegaan. Ik zie overigens meer verschillen dan overeenkomsten tussen de poëzie van beiden.


In de lucht

          dwarrelt wat

dat onderweg
nog steeds niet weet
te willen worden
vlinder of blad


Inmiddels is bekend welke twintig dichters in 2025 hun opwachting maken tijdens de 42ste editie van de Nacht van de Poëzie. Die vindt, traditiegetrouw in TivoliVredenburg Utrecht, plaats van zaterdagavond 4 tot zondagochtend 5 oktober. Onder hen nieuwkomers als Sophia Blyden (1993), Pim Lammers (1993), Lin An Phoa (1995) en Asmae Amaddou (2001). De oudstgedienden zijn Marc Reugebrink (1960), Tom Lanoye (1958), Jan Baeke (1956), Neeltje Maria Min (1944) en… Judith Herzberg! Van Herzbergs hand is ook de nachtregel van dit jaar: Overal smelt het zwelt het glimt het, nu gaan de dingen weer beginnen – dat is een fragment uit onderstaand gedicht, niet afkomstig uit Kneedwezens, maar al veel ouder. Het staat in Beemdgras, Herzbergs tweede bundel, gepubliceerd in 1968.

Eind van de winter en juist ook het praten van mensen

Zo helder, helderder
dan water is de lucht
doorzichtig stil
te dun om te trillen
en helemaal nieuw
nog niets erin
geen stof geen vocht
geen rimpel
overal smelt het
zwelt het glimt het
nu gaan de dingen
weer beginnen
te gebeuren
het eind
van de winter
en juist ook
tintelen stemmen
naar binnen




Voor Judith Herzberg is het de tiende keer dat zij optreedt tijdens de Nacht van de Poëzie en daarmee is zij, na Rutger Kopland, de dichter die er het vaak bij was. Herzberg en Kopland deden beiden al mee toen De Nacht in 1980 [1] startte. In de jaren tachtig was Herzberg daarna nog twee keer te gast, maar slechts één keer in de jaren negentig. Het is niet zo dat Judith Herzberg in die periode minder frequent publiceerde, maar klaarblijkelijk was ze ‘uit’. Pas vanaf het einde van het eerste decennium van de nieuwe eeuw telt zij weer volop mee en is zij om de drie, vier edities aanwezig [2].


De pijn van afscheid wordt niet kleiner
maar neemt toe. Ik laat je gaan, ik weet
niet hoe ik het moet overleven maar zal je nu
je vrijheid geven, ga waarheen je gaan
moet, over evenaar of verder, gevaar
van roofdieren trotseer je, ik zit met mijn
menselijk ontzag voor vossendrang
en voor je moed. De pijn van afscheid
wordt niet kleiner maar neemt toe. [3]




Een nieuwe bundel en opnieuw acte de présence op de Nacht van de Poëzie. En dan is er recentelijk ook nog dat grote interview met Judith Herzberg in de bundel De prullenmand heeft veel plezier aan mij van Thomas Heerma van Voss. Die sprak met achttien schrijvers die in 1977 een zelfportret tekenden voor het literaire tijdschrift De Revisor en daar bijna vijftig jaar later samen met hem op terugkijken.
Een paar citaten uit het interview dat hij afnam toen Herzberg ‘pas’ 89 jaar was en toen Kneedwezens bijna het licht zag.
 
Judith Herzberg herinnert zich er niets meer van. Hè, een zelfportret? ‘Weet je het zeker?’ vraagt ze telefonisch. De 89-jarige dichter klinkt verwonderd en opgetogen. ‘Wat interessant. Ja hoor, je kunt langskomen. Ik wil ook wel weten hoe ik mezelf een halve eeuw geleden zag. Kun je het zelfportret meenemen?’ […] 

 


De tekening die Judith Herzberg bijna vijftig jaar geleden van zichzelf maakte, is minimaal: zwarte lijnen, veel wit. Het grootste gedeelte van de tekening bestaat uit haar rug – de zijkant van haar gezicht is zichtbaar, met sluik haar, en haar ogen gericht op een papiertje in haar hand. Een (stem)biljet, een envelop? Ook nu ze het zelfportret weer ziet, weet ze er niks meer van. ‘Maar ik vind het helemaal niet slecht. Dit nam ik gelukkig ook niet te serieus. Wat heb ik daar in mijn hand, wat zit ik te doen? Daar had ik natuurlijk een idee mee. Is het een postzegel, wordt er een envelop dicht gelikt?’ Ze houdt de tekening tegen het licht, draait hem om. ‘Het is in ieder geval niet bombastisch, dat bevalt me.’ […]
Weer bekijkt ze het zelfportret. ‘Ik heb daarna nog wel andere tekeningen van mezelf gemaakt, die herinner ik me wel. Dat was vooral om geen fotograaf te hoeven ontvangen. Ik wil op mijn boeken ook nooit foto’s van mijzelf. Het gaat om de gedichten. Punt. Laatst werd ik gevraagd voor een televisieding omdat ik negentig word, dat heb ik afgehouden: slechte aanleiding. En ik wil geen bekende Nederlander worden, ik wil gewoon blijven werken. […]

Herzbergs volgende bundel is alweer in aantocht. ‘Soms schrijf ik iets wat ik meteen weer kwijtraak tussen alle kranten en boeken. Dus ik stuur mijn gedichten zo snel mogelijk naar mijn uitgeverij. En na een tijdje zegt dan iemand bij De Harmonie: je hebt wel genoeg voor een nieuwe bundel. Andere mensen zeggen me weleens: o dit is zo mooi en dichterlijk, dáár moet je in een volgend boek over schrijven. Dat zijn dan dingen waar ik nooit iets poëtisch in zie. Ik was een keer in Weesp, in een natuurvriendelijk café, bestaat dat nog? Daar in de tuin was een vijver en op de rand van die vijver lag een dood koolwitje. Er kwam een ander koolwitje naar kijken en dat bleef daar maar bewegen rondom zijn soortgenoot. Alsof de dood niet doordrong, niet begrepen werd. Ik kon er niks mee. Een heel mooi beeld, maar zo nadrukkelijk poëtisch, dat is geen gedicht – net als een zonsondergang. Ik kan het hoogstens aan iemand vertellen wanneer ik zoiets gezien heb. Maar als ik het opschrijf, is het kitsch.’


[1]
De Nacht van de Poëzie startte in 1980. Dat het nu toch niet de 45ste maar pas de 42ste editie is, komt door drie ‘vertragingen’: de tweede Nacht had pas anderhalf jaar later plaats, dus in 1982, in 2009 zat Vredenburg in verbouwing en in 2020 had Nederland, ook buiten Utrecht, sinds enkele maanden te maken met Corona-maatregelen. Ruim tweeduizend bezoekers in één ruimte was toen niet toegestaan.

[2]
Na 1980 was Herzberg opnieuw te gast in: 1986 en 1989, 1997, 2007, 2010, 2014 en 2018, 2023. En nu dus weer in 2025.

[3]
Raar dat de aantekeningen van Kneedwezens niet verwijzen naar Vrouw of Vos, de theatervoorstelling die september 2021 in Amsterdam in première ging.



Vrouw of Vos. Ulrike Quade Compagny (2021)

Het is een poëtische bewerking door Judith Herzberg van de roman Lady into Fox van David Garnett. Die publiceerde zijn boek al in 1922, maar een nieuwe Nederlandse vertaling kreeg plots veel publiciteit in 2018. Judith Herberg las de roman al eerder en noemde die het mooiste, absurdste en inleefbaarste liefdesverhaal, dat ik ken, juist omdat de liefde dóórgaat, hoezeer de geliefde ook verandert. In 2019 kreeg zij de vraag deze toneelbewerking te maken.
In Kneedwezens staan drie ‘liederen’ uit deze bewerking onder de titel Driemaal lied uit Vrouw of Vos. Maar zonder deze toelichting dus. Het gedicht dat ik koos, is Lied I. 


Archief 2025