zondag 20 juli 2025
Zoenen
Ik zag mijn vader zoenen met juf Ans,
in het portaaltje bij de afvalbakken.
Ik liep naar buiten om mijn fiets te pakken.
Hij geeft op school muziek en zij geeft Frans.
Mijn vader weet ervan, hij zag me staan.
Hij zei dat ik het beter niet kon zeggen.
Dat hij het zelf aan mama uit zou leggen.
Dat heeft hij volgens mij nog niet gedaan.
Ik denk niet dat juf Ans mij heeft gezien.
We moesten au revoir, je t’aime spellen.
Zal ik het aan mijn moeder gaan vertellen?
Ik had het goed gespeld. Ik kreeg een tien.
Mijn vader houdt zijn mond. Wat zal ik doen?
Er toch maar met mijn moeder over praten?
Ze heeft misschien nog steeds niets in de gaten.
Of was het echt alleen die ene zoen?
2019
We zijn al wat weken ‘lichtvoetig’ en we blijven het nog een paar afleveringen. Met reden. Deze week omdat ik het belangrijk vind het werk van dichteres Bette Westera (1958) weer eens voor het voetlicht te brengen.
Album
Ze droeg een witte jurk met kanten stroken toen ze trouwde.
Een mooie, witte trouwjurk, en ze keek ontzettend blij.
Ze zou voor altijd van Enrico’s vader blijven houden,
dat zei ze op die feestelijke donderdag in mei.
Nu wil ze niets meer weten van de vader van Enrico.
Ze zegt gekwetst: ‘Ik heb me echt enorm in hem vergist.’
De foto’s van hun trouwdag smeet ze woedend in de kliko.
Enrico heeft het album er voorzichtig uit gevist.
Hij zat al in haar buik, dat kon je zien. Hij was erbij
tien jaar geleden, op die mooie donderdag in mei.

In de vorige editie van deze rubriek kwamen Bette Westera’s gedichten vaak voorbij. Zo schreef ik in 2019 uitvoerig over haar prachtige bundel Uit elkaar. Ik noemde dat toen het bijzonderste boek van het jaar, ook qua vormgeving. Uit elkaar kwam tot stand door een nieuwe topsamenwerking van Westera en illustratrice Sylvia Weve. De laatste kon zich uitleven omdat ervoor is gekozen de pagina’s ‘Japans’ (aan de voorzijde) te vouwen, waardoor tekst en illustraties over de rand van de (ongesneden) pagina’s doorlopen. Werkelijk prachtig noemde ik de uitgave en dat geldt ook voor de gewaagde thematiek.
Best lang
Ik ga in de vakantie met mijn vader fietskamperen
en met mijn moeder vlieg ik voor een weekje naar New York.
Mijn vader eet met stokjes, van mijn moeder moet ik leren
om coq au vin te eten met een mes en met een vork.
Mijn moeder draagt graag blazertjes, te nauwe blauwe rokken
en snel kapotte panty’s uit een deftige boetiek.
Mijn vader heeft sandalen aan met geitenwollen sokken.
Hij houdt van Elvis Presley en mijn moeder van klassiek.
Mijn vader heeft een hekel aan colbertjes en aan pakken.
Hij draagt het liefst een spijkerbroek met sneakers en een vest.
Mijn moeder houdt van rode pumps met veel te hoge haken.
Aan spijkerbroeken heeft ze ongelofelijk de pest.
Mijn vader heeft een jas die echt ontzettend is versleten.
Mijn moeder houdt van lezen en van oesters en van vis.
Mijn vader maakt haast alle dagen vegetarisch eten.
Mijn moeder doet aan mindfulness. (Weet iemand wat dat is?)
Mijn moeder is een prater en mijn vader is een zwijger.
Mijn vader is een denker en mijn moeder doet maar wat.
Mijn moeder is een koningin, mijn vader is een krijger.
Mijn vader is een labrador, mijn moeder is een kat.
Ik kan maar niet begrijpen dat ze samen gingen wonen.
Ze zijn ontzettend lief, maar echt heel anders, ben ik bang.
En acht jaar samen voor twee zo verschillende personen,
dat vind ik achteraf gezien nog best behoorlijk lang.

Ik citeer het achterplat:
Liefde is iets onbegrijpelijks. Mensen worden heel erg verliefd op elkaar. Ze gaan samenwonen en misschien trouwen, ze krijgen kinderen en zijn gelukkig samen. Maar soms gaat de liefde na een poosje over en besluiten ze weer uit elkaar te gaan.
Dit boek staat vol gedichten over liefde die overging. Toch is het niet alleen maar een verdrietig boek. Want hoe naar het ook is als je ouders uit elkaar gaan, en hoe moeilijk het ook kan zijn als ze opnieuw verliefd worden, soms gebeuren er toch weer dingen waar je blij van wordt: je krijgt eindelijk de grote broer die je altijd al zo graag wilde, je hebt er opeens een nieuwe opa en oma bij, je voelt je in allebei je kamers even thuis en je mag in de zomer twee keer mee op vakantie.
De veelbekroonde Bette Westera en Sylvia Weve kunnen als geen andere moeilijke onderwerpen speels in woorden en beelden vatten. Soms hoopvol, soms schrijnend, maar altijd gevoelig en origineel: de gedichten weten stuk voor stuk te troosten, te ontroeren en te verrassen.

Mama
Zijn eerste moeder heeft hij nooit gekend.
Ze heette Joyce, ze was opeens verdwenen.
En toen hij net aan Anja was gewend
werd papa weer verliefd. Toen kwam Irene.
Nu woont zijn vader samen met Chantal,
en hij dus ook. Nu gaan ze overleggen
hoe hij zijn nieuwe moeder noemen zal.
Hij zou zo graag eens mama willen zeggen…

Binnenkort kom ik graag terug op een andere bijzondere bundel binnen de samenwerking van het duo Westera & Weve.
Punthoofd
Mijn moeder zegt
dat mijn vader zegt
dat hij niet voor mij zorgen wil.
Maar als ik zeg
dat mijn moeder dat zegt,
zegt mijn vader: ‘Er is verschil
tussen willen en mogen.
Ik wil het best.
Wat je moeder zegt is niet waar.
Ik wil het best
en ik kan het best,
maar ik mag het niet van haar.’
Mijn moeder zegt
dat mijn vader denkt
dat zij denkt dat hij het niet kan.
Maar mijn vader zegt
dat mijn moeder zegt…
Ik krijg er een punthoofd van!