Gedicht gedacht

 

Poëzie is niet alleen om te lezen, maar ook om ermee te leven
Gerrit Kouwenaar


Een rubriek met gedachten over gedichten. Met, sinds najaar 2016, bijna tien jaar achtereen
dagelijks een nieuwe bijdrage: een gedicht en mijn toelichting daarop.
Voorjaar 2025 verwijder ik de inmiddels meer dan drieduizend afleveringen en begin
opnieuw. ‘Klassieke’ gedichten keren terug, maar met nieuwe(re) gedachten daarover;
daarnaast blijft er natuurlijk ruimte voor pas ontdekte bundels en dichters.
En... elke derde bijdrage (dus 3, 6, 9, 12 et cetera) is een literair lied,
zodat de gezongen poëzie niet onderbelicht blijft.
 
Een niet meer dagelijkse, maar wekelijkse rubriek. Met een weekgedicht dus – ook in
figuurlijke betekenis, want ik houd van poëzie die week maakt, die raakt.
Mijn levensmotto is immers dat ik onderweg ben om mooie dingen aan te raken. 


Poëzie is alledaags in die zin dat zij voor iedere dag is
Carol Ann Duffy



Ga rechtsreeks naar de inhoudsopgave.

Week 17 - 17. Gerrit Kouwenaar [2/2]

zondag 27 april 2025

Ik heb nooit

Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst

ondertussen beet de kou mij
was de zon een dag vol wespen
was het brood zout of zoet
en de nacht zwart naar behoren
of wit van onwetendheid

soms verwarde ik mij met mijn schaduw
zoals men het woord met het woord kan verwarren
het karkas met het lichaam
vaak waren de dag en de nacht eender gekleurd
en zonder tranen, en doof

maar nooit naar iets anders getracht dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst

het regent ik drink ik heb dorst

1958


Hoe oud was ik toen ik dit gedicht voor het eerst las? Vijftien? Het maakte grote indruk op me. Voor het eerst las ik teksten van schrijvers die mij niet, zoals in romans en verhalen, meetrokken in hun belevenissen, maar die met hun woorden en zinnen mijn leefwereld ontregelden. Ik kreeg geen antwoorden, maar lastige levensvragen aangereikt. Ik had niet het gevoel dat ik een legpuzzel van duizenden stukjes tot een beeld vormde, maar juist de beleving dat bestaande beelden uiteenvielen en ik maar moest zien hoe ik de stukjes weer bijeengeraapt kreeg. Oftewel: gedichten noodzaakten mij bij mezelf te rade te gaan: bij mijn angsten, mijn twijfel, mijn schaamte, mijn verdriet... Er ging een wereld voor mij open.

Voor de decemberuitgave van 2012 vroeg het cultuurfilosofische tijdschrift Nexus een aantal mensen om een gedicht te kiezen dat een loflied op het leven is, met bijgevoegd een korte motivatie. Natuurlijk koos ik voor Ik heb nooit. En ik schreef dit als toelichting:

Toen ik dit gedicht voor het eerst las, studeerde ik nog geen Nederlands. Het is een van de redenen geweest om dat later toch te gaan doen. Het maakte al bij de eerste lezing een verpletterende indruk op mij. Ik kon de betekenis van sommige zinnen weliswaar nog niet goed doorgronden, maar de vitaliteit die de dichter met zijn loflied op het leven kerfde, deed mij – jongen vol verlangen, maar door veel verdriet gevangen – voor het eerst duizelen van geluk. Levenskracht geput uit de kracht van de taal. Of in de dichter zijn eigen woorden: 'Poëzie is niet alleen om te lezen, maar ook om ermee te leven.’

Die dichter is Gerrit Kouwenaar (1923 [*]). Onbetwist Nederlands beste dichter van de twintigste eeuw. Niet alleen door de kwaliteit van zijn werk  - ‘Poëzie die dichter bij de snijtafel ligt dan bij de lier’ –, maar tevens door de grote invloed die hij daarmee op anderen heeft gehad. En dan niet alleen op de hermetische dichters, zoals hij er zelf een is, maar eveneens op de meer lichtvoetige, anekdotische, onder wie Rutger Kopland.

Geen filosoof overigens en in het verband van dit tijdschrift moet ook dat gezegd! Een dichter moet in zijn ogen geen theorieën bouwen. ‘Ik ben te mens om te vliegen.’ Want: ‘Mijn geest is zo volledig van vlees dat ik moet eten.’ Oftewel: ‘Poëzie schrijf je niet vanuit theorie of een systeem, maar als specifieke verkenning van levenssituaties.’ Kortom: ‘Ik ben geen geleerde, geen raadgever. Verklaar je niet de onmogelijkheden van aarde en lucht, ik maak ze.’ Allemaal citaten van de dichter zelf.

En dus gaan zijn gedichten over liefde en dood, ziekte en onrecht, schoonheid en haat... En verlangen natuurlijk. Baat het niet? Ach, het schaadt zeker niet. Het schrijven van verzen is het enige wat ertoe doet, al is het vechten tegen de bierkaai, want poëzie: ‘Je kunt er geen ruit mee ingooien.’ Maar wat de dichter wel bereikt met zijn woorden, kijk, dat lukt de vernieler van dat raam dan weer met geen mogelijkheid: ‘Het zacht maken van stenen, het vuur maken uit water, het regen maken uit dorst...’

[*] Gerrit Kouwenaar overleed in 2014. 

Archief 2025