Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 17 - 30. Om wat beesten dieren aandoen [13/..]

zaterdag 29 april 2023

Het brein van deze Utrechtse boer is kennelijk in de zeventiende eeuw blijven steken. Hij zou geen dieren mogen houden.



Beeld: Arie Jan van Termeij



Vandaag in Trouw. Rubriek Jelles weekdier. Door Jelle Reumer.


Weinig dieren worden zo met Nederland geassocieerd als de koe. De koe past naadloos in het rijtje tulp, klomp, molen, fiets. Koeien komen dikwijls in het nieuws, positief wanneer ze in de lente weer naar buiten mogen en ze zich gedragen als een kleuterklas die aan het speelkwartier begint.

Of negatief, wanneer er weer discussie is over de omvang van de veestapel of over de grote hoeveelheid van het broeikasgas methaan dat door runderen wordt uitgeruft. Koeien zijn leuke dieren, mooi ook om te zien.

Het is geen wonder dat koeien al eeuwenlang een geliefd onderwerp zijn van kunstschilders, van Paulus Potter in de zeventiende eeuw en de vele landschapsschilders uit de romantiek tot moderne kunstenaars als Marleen Felius.

En dan is er Ûs mem, het iconische Leeuwarder standbeeld van beeldhouwer Gerhardus Jan Adema van een pronte koe met een forse uier. Je zou bijna gaan denken dat Nederlanders van hun koeien houden, maar dat is slechts ten dele waar. Een wel heel droevig bericht over de omgang met ons rundvee verscheen onlangs in het nieuws: 'NVWA grijpt in bij Utrechtse boer: kreupele runderen meegenomen en vijf dieren afgemaakt', zo luidde de kop.

De stal waarin de koeien huisden was smerig, de arme dieren stonden letterlijk in hun eigen stront. Toen de betreffende veehouder werd aangehouden, bedreigde en bespuugde hij een inspecteur. Al eerder was deze boer wegens misstanden onder verscherpt toezicht geplaatst, maar begin 2021 leek alles weer in orde. Tot nu.

Niet minder dan 128 koeien zijn meegenomen om elders te worden verzorgd, maar (citaat:) 'als hij onder andere kan aantonen dat hij goed voor de dieren kan zorgen en als alle misstanden zijn aangepakt', kan hij de koeien weer terugkrijgen.

Daar begrijp ik echt niets van. Geheel los van de vraag of de veestapel in ons land niet moet worden ingekrompen, en ook geheel los van het feit dat koeien uiteindelijk voor consumptie zullen worden geslacht, is het evident dat er goed voor moet worden gezorgd. En dat nog afgezien van een derde vraag, namelijk of de betreffende veehouder überhaupt wel in staat is om voor zijn vee te zorgen. Hij heeft een kwalijke kijk op dieren.

Landbouwhuisdieren zijn ook dieren. Het zijn dikwijls ook zeer intelligente dieren (waarbij het varken de kroon spant) en ook koeien zijn geen hersenloze, emotieloze en empathieloze wezens. Hoewel onze doorgefokte runderen fungeren als melkproducenten en na verloop van tijd worden geslacht om op het bord te belanden, zijn het geen machinale melk- en vleesfabrieken.

Een dier is geen apparaat zoals de Nederlands-Franse filosoof René Descartes (1596-1650) dacht. Hij meende dat een dier, in tegenstelling tot een mens, een machine is. Dieren hebben net als mensen wel een lichaam, maar ze kunnen niet denken en voelen geen pijn, zo veronderstelde hij. Bijgevolg kun je ermee doen wat je wilt, want ze hebben er geen last van. Inmiddels zijn we een paar eeuwen verder, maar het brein van de Utrechtse boer is kennelijk in de zeventiende eeuw blijven steken. Hij zou geen dieren mogen houden.

Archief 2023