zaterdag 06 augustus 2022
In Trouw lees ik vandaag de televisierecensie van Renate van der Bas. Zij schrijft over de documentaire Elin en noemt die een van de pijnlijkste doch eerlijkste docu’s van dit jaar. Ik citeer:
De film volgt vier jaar lang het gezin van Marie-José en Patrick, ouders van een tweeling die veel te vroeg werd geboren. Onaffe lichtgewichtjes over wie de artsen aan de ouders vroegen: zullen we proberen ze in leven te houden of niet? Als ik het goed begreep, hakten de artsen zelf de knoop door. De kindjes werden aan de machines gehangen en terwijl Bente er goed doorkwam, bleek Elin meervoudig gehandicapt. Vooral fysiek, want in haar koppetje lijkt weinig mis. Alleen is vanwege dat niet meewerkende lijf communiceren met woorden een drama. De zoektocht naar een manier om via een computer te kunnen praten is de rode draad in de documentaire.
Daarbij mochten filmmakers Cinta Forger en Walther Grotenhuis heel dicht bij het gezin komen, vanaf het moment dat de meisjes tien, elf jaar oud zijn. Je ziet hoe moeder Marie-José totaal is toegewijd aan Elin. En haar meestal als enige verstaat en begrijpt. Ze tilt het toch al flinke meisje met een onvoorstelbare kracht steeds weer in rolstoel en bed.
Elin lijkt altijd goedgemutst, wil graag actie om haar heen, maakt grapjes. Maar als het voor een kijker al zo frustrerend is om de moeizame communicatie te zien, hoe hoog moet dan de stress in Elins binnenwereld zijn?
Dat Bente en Elin een tweeling zijn, laat je het ongrijpbare, het oncontroleerbare van het leven zien. Je kan denken: ze moeten dit soort premature baby’s toch niet laten leven. Maar deze twee kindjes zaten in hetzelfde schuitje. En de een werd een sterk en gezond kind, terwijl de ander nooit zelfstandig zal zijn.
Je kan gedachten hebben over hoe de moeder haar aandacht verdeelt over het hele gezin. Maar je kan ook besluiten er niets van te denken. Neem het moment dat Bente met haar moeder zit te eten, maar Elin aandacht nodig heeft en Marie-José opstaat. “Zit ik weer alleen aan tafel”, zucht Bente, een ingetogen meisje dat dan met haar grote ogen even veelbetekenend naar de camera kijkt.
Maar het leven komt zoals het komt. De documentaire maakt niets mooier dan het is…

Ik besluit er meer over te lezen en vervolgens om terug te kijken. Ik ben onder de indruk. De tweeling wordt maar liefst zestien weken te vroeg geboren en is dus niet of nauwelijks levensvatbaar. Wat Van der Bas suggereert, is waar: omdat de ouders in shock zijn en niet kunnen beslissen over de keuze voor leven of dood, doen de artsen dat. Ze gaan voor leven, die keuze met de minste kans. Maar toch: het ene meisje loopt geen schade op en zal opgroeien als ieder ander kind. Maar het andere… We volgen het medisch traject dat Elin, totaal afhankelijk, ingaat. En het emotionele traject dat de ouders - bewust - en gezonde dochter - ongewild - zijn ingegaan. Want het betekent nogal wat, zoals voor de relatie tussen de geliefden – de moeder vecht als een leeuw; de vader is daartoe niet bij machte – en hun bijgestelde toekomstverwachtingen.
Ik ben onder de indruk, schrijf ik, maar eigenlijk werd ik er heel, heel verdrietig van. Terwijl de tranen nog over mijn wangen rollen, stuur ik de link door naar dochters, vrienden en bekenden. Beter kan ik niet doen: aandacht vragen voor wat niet onberoerd laat, wat raakt…
PS:
Elin betekent de stralende; Bente is de gezegende. Zie de documentaire HIER.