dinsdag 28 juni 2022
Halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw ben ik docent Nederlands in het Middelbaar Beroepsonderwijs en ik heb twee getalenteerde jeugdvoetballers in de klas. Beiden dromen van een profcarrière en zoveel tijd gaat op aan hun trainingen dat het huiswerk er wel eens bij in schiet. Althans bij de ene; de ander weet het beter te combineren. Als ik hun wel eens vraag hoe ver zij zijn, antwoordt ‘die ene’ zelfverzekerd dat een contract bij een eredivisieclub aanstaande is. En daarna? “Nou, toch wel binnen een paar jaar naar het buitenland: Italië, Spanje… Engeland mag ook…” En ‘de ander’, meer bescheiden: “Hard trainen, blijven dromen, maar ook realistisch zijn. Zonder wat geluk kom je er niet!”
Van ‘die ene’, de zelfverzekerde, hebben we niet veel meer gehoord. Voetbalde even in de Eerste Divisie bij F.C. Den Bosch, maar raakte al snel uit de gratie bij het eerste team, moest naar het tweede, vertrok naar een amateurvereniging… En ‘die ander’, de meer bescheidene? Ging via F.C. Den Bosch naar onder meer S.C Heerenveen, PSV en Manchester United. Voetbalde zeventig keer in het Nederlands Elftal en is inmiddels voetbaltrainer. Met ingang van seizoen 2022-2023 coacht hij zijn oude club PSV, waar hij al jaren de trainer is van Jong PSV. Zijn naam: Ruud van Nistelrooij.
Ik moet aan hem denken nu ik de column lees van Nicolien Mizee in de NRC van zaterdag 28 mei. Een citaat:
Lang heb ik lesgegeven aan mensen die wilden leren schrijven. Eén klasje herinner ik me nog goed. Matthijs, een knappe man van een jaar of veertig, begon na een kwartier hoog van de toren te blazen. “Je kunt met een hoop regeltjes komen, Nicolien, maar denk je dat Dostojevski zich aan dat soort regeltjes hield? Die schrééf gewoon. En niet dat navelstaarderige gedoe van moderne Nederlandse schrijvers, nee, alle grote thema’s werden behandeld: leven en dood, liefde en geloof! […]
“Goed Matthijs, jouw lievelingsschrijver is dus Dostojevski,” zei ik, “en die van jou, Marieke?”
“Carry Slee.” […] Hoe oud zou het lieve kind zijn? Zestien?
“Nu gaan we een schrijfopdrachtje doen”, zei ik. […] Na tien minuten moest iedereen zijn pen neerleggen. Om de beurt lazen ze hun stukje voor. Marieke was als laatste aan de beurt.
“En wat vinden we ervan?”, vroeg ik, de klas rondziend.
“Ja, dat is allemaal heel lief en snoezig,” zei Matthijs, "maar dit bedoel ik dus: dat geneuzel over jezelf omdat je niks hebt meegemaakt. Sorry Marieke, je bent gewoon nog erg jong. Maar om te schrijven heb je levenservaring nodig. Ik heb voor mijn werk voor Artsen zonder Grenzen de hele wereld over gereisd.”
Dat zal nu een jaar of tien geleden zijn. Van Matthijs heb ik nooit meer wat gehoord. Marieke Rijneveld won als eerste Nederlander en jongste schrijver ooit de International Booker Prize.
Douze points.