vrijdag 12 november 2021
Vervolg van gisteren.
Onlangs verscheen Het eeuwig jongenshart, een keuze uit Dagboeken van Bram Vermeulen. Samensteller (en vroegere Neerlands Hoop-manager) Just Enschedé citeert op zondag 1 juni 2003:
Liederlijke avond in mijn eentje. Bar BQ, Duvel, rode wijn. Als ik in de sloot wil pissen, sta ik op los gras en val erin. Koppie onder. […] Ze (Brams vrouw Shireen Strooker, FV) komt net thuis als ik het bed in wil gaan. Denkt dat ik vlucht. Ik ben te dronken om te praten of te lopen. Boven aan de trap. Dit is dus de bodem. In je eentje straalbezopen worden. Had ik de paaltjes geraakt in de slot, was ik verdronken.

In Veghel vertelde ik 5 november dat ik door deze dagboekaantekening opeens zeker wist dat Bram zijn dagboeken schreef met het oog op publicatie ervan. Daarvoor kleurde hij gebeurtenissen anders in, zoals deze anekdote. De werkelijkheid was anders, zo hoorde ik, kort na dit plaats delict, uit de monden van Shireen en Bram zelf.
Voor alle verstandige niet-drinkers onder mijn lezers: alcohol vermindert – zeg gerust: verhindert – de transportatie van herinneringen uit het geheugen van de korte termijn naar de lange termijn. Vandaar dat dronkaards de volgende ochtend niets meer weten van de avond ervoor.
Toen Shireen thuiskwam, stond Bram niet bovenaan de trap, maar lag hij nog in de sloot. Met zijn hoofd op de grasrand. Zij schrok zich rot, want zij dacht aanvankelijk dat hij dood was. Maar hij ademde nog, rilde (van de kou) en snurkte (van de drank). Toen zij hem – voor de zoveelste keer niet als minnares maar als hoofdzuster – uit zijn natte kleren en in zijn warme bed hielp, lalde hij dat hij niet dronken was, maar deze avond belangrijk onderzoek in die grasrand deed. De verpleegster deed er het zwijgen toe.
In haar rol als geliefde vroeg zij hem de volgende ochtend waarnaar hij de vorige avond zulk important onderzoek had gedaan. Bram overschreeuwde zich dikwijls gênant, maar nu keek hij haar slechts vragend aan, zich niets herinnerend van een onderzoek of de sloot waarin dat viel. Of hij zich dan nog wel herinnerde hoe zij hem die late avond aantrof? Het bleef stil.