Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 23 - 54. BVO [3/3]

woensdag 09 juni 2021

Vervolg van gisteren.

Zondagochtend – een paar uur voor zijn dood – las A.L. Snijders Stoa, zijn laatst voltooide ZKV. voor op Radio 4. Luister hier en lees hieronder:

Over de smalle weg rijdt een vierwielige wagen met twee forse paarden. Op de bok zit een oude man. Naast de wagen loopt een jongere vrouw met de naam Hannah, zij is zijn buurvrouw en helpt hem met de paarden. Ik ben daar ook, ik hoor dat ze praat met de man. Het gesprek gaat over de golfbaan die ze passeren. Ze vertelt dat Dolf daar speelde voor hun huwelijk. De man vraagt wanneer hij ermee is opgehouden. Dat weet ze niet, ze heeft hem na de scheiding nooit meer gezien. Ze is vier jaar alleen gebleven, het beviel haar wel. Jeffrey heeft ze ontmoet toen ze weer in het bos was gaan wonen in het huis van haar ouders. Het stond te koop, zij kon er wonen tot het verkocht zou zijn. Die kans was niet groot, het huis was bijna onvindbaar, het hield de buitenwereld op afstand. Soms kwamen er kijkers, maar iedereen deinsde terug voor de onverklaarbare sfeer van achterdocht en verveling. Het duurde lang voor zij merkte dat er regelmatig iemand in de buurt was die het huis links liet liggen zonder zich ooit bekend te maken. Het was een kunstschilder die iedere ochtend op een plek kwam waar hij ging tekenen en schilderen. Er lagen twee grote zeilen waartussen het materiaal en het werk werden beschermd tegen regen, zon, kou en klein gedierte. Ze heeft de kunstschilder nooit ontmoet, maar het idee dat hij er was, maakte haar rustig en stabiel. Toen Jeffrey haar voorstelde een treinreis van Amsterdam naar Zuid-Italië te maken, aarzelde ze niet, ze wist meteen dat ze het zou doen, maar ze zei geen ja. Dat was een eigenschap, het was haar karakter, met de slee naar beneden, maar altijd op de buik en remmend met de punten van haar schoenen. Alleen de laatste meters waren ongebreideld. Jeffrey was welwillend maar vroeg om een snelle reactie, want hij moest voor het bedrijf van zijn vader in Brazilië een grote order binnenhalen. Ze besloten Italië even te laten rusten, hij vertrok.

Hannah leefde haar eigen leven op een raadselachtige manier die het huis haar dicteerde. Als ze geheimzinnige geluiden hoorde was ze niet bang. In een brief aan haar ouders schreef ze:

Zoals jullie weten huist er een uil op het terrein. Ik zie hem ’s avonds en ’s nachts, vliegend langs de hemel, zittend op een paal, schreeuwend om de muizen bang te maken. Verder is alles rustig. Geen geweren of messen. Alleen doodsangst bij de muizen.

Jeffrey liet haar weten dat hij in Brazilië bleef, hij was verliefd geworden op een dienstmeisje. Hannah droeg haar lot stoïcijns, wat niemand verbaasde. Maar toen een vriendin haar man in een situatie van overspel had doodgeslagen met een hockeystick troostte ze haar.

Archief 2021