Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 8 - 20. Niets geleerd [1/4]

woensdag 24 februari 2021

“De natuur wordt alleen overwonnen door haar te gehoorzamen”, schreef de Engelse filosoof-staatsman Francis Bacon al in de 16de eeuw.



Giessendamse Tiendweg




Een van de routes die ik graag loop met Reus, zeker nu zij op die smalle knotwilgenpaadjes minder fel reageert op tegemoetkomende honden. Het is even geleden als ik er op maandagochtend (22 februari) weer kom. Dat de zwanen al sissen als we nog vijftig meter van ze vandaan zijn, verbaast me, net als hun blijvende onrust. Dat ben ik niet zo van ze gewend, behalve natuurlijk in de broedperiode. Nou dient die zich weer onderhand aan, dus zal dat het zijn?

Dan kom ik op een kwart van de geplande wandeling – net de oversteek gemaakt richting de wipmolen uit 1906. Meteen al aan het water zie een nest met een dode zwaan, nota bene met partner erbij in de buurt zwemmend. En een stukje verder nog een nest met een dode zwaan. En ook daar een partner in de buurt. Wat is hier gebeurd? 








Ik informeer bij fotograaf Arie Jan van Termeij, die dit gebied veel beter kent dan ik, en die besluit de boswachter te raadplegen. Die weet er ook niet van. Nee, geen vossen gesignaleerd. En nee, er heerst geen vogelziekte. 






Dinsdagochtend ben ik er weer. De vrouw die ik ontmoet, wandelt hier ook vaak met haar hond. Ik vraag het haar. Nee, maar ze weet wel zeker dat het dan dit weekeinde gebeurd moet zijn, want vorige week lagen hier echt geen dode zwanen. Zij vertelt met afschuw over de jagers die zij wel ziet. En over volwassenen die met stenen naar zwanen gooien. Zelfs een keer een gezin! Ja, zij sprak het erop aan en de situatie was zo dreigend dat zij achteraf blij mocht zijn dat zij zelf geen steen tegen haar hoofd kreeg… 



Biesbosch, zaterdag 20 februari




Zaterdag- en zondagochtend waren we in de Biesbosch met alle drie de honden en dat we hinder ondervinden van fietsers, is niet erg, want ook die komen hiernaartoe voor de prachtige natuur. Maar wat doen al die wielrenners hier en die motorrijders? Kun je nog af en toe een grote bek krijgen omdat je niet snel genoeg aan de kant gaat.  


Nog maar een citaat van een andere Engelse staatsman, uit de 19de eeuw, John Morley: “De natuur, in haar schitterendste verschijningen en overweldigendste vormen, is slechts de achtergrond en het toneel voor de tragedie van de mens.” Twee eeuwen en nota bene een pandemie verder zijn we nog niets wijzer.

Lees ook hier.

Archief 2021