maandag 15 februari 2021
Vandaag word ik 65 jaar. Tot zeker mijn vijftigste vreesde ik de dood elke dag. Die kwam in mijn jeugd veel te vaak op mijn pad. Voor mijn vader toen ik vijf was, voor mijn broertje toen ik negen was, voor mijn beste vriendje toen ik twaalf was en het ging maar door en door en door.
Bang om zelf dood te gaan en daarmee het ouder worden haten. Lees hier de vriendenuitnodiging voor mijn dertigste verjaardag:
Vandaag wordt Frank Verhallen dertig jaar.
Maar een groot feest zal dat voor hem niet worden:
hij vreest al jaren levensuitgangsborden,
al klinkt dat ú natuurlijk véél te zwaar,
Vandaag wordt Frank Verhallen dertig jaar.
Wees niet bevreesd, gij goedgemutste horde,
vanavond schuift hij aan in goede orde,
zolang we niet gaan zingen met elkaar:
“Hiep Hiep Hoera, want Frank wordt dertig jaar!”
Op mijn dertigste moest de dood van mijn toenmalige liefste nog komen…
Na mijn vijftigste liet ik het per jaar verder achter me. Zestig worden was geen ramp; vijfenzestig is dat evenmin.
De afgelopen jaren heb ik mijn kunst-, theater- en literatuurcollectie grotendeels geruimd, waardoor ik mijn naasten niet opzadel met een enorme nalatenschap. Mijn werk heb ik afgebouwd, zodat ik over enkele weken alleen nog maar hoef te schrijven. Twee biografieën, waaraan ik jaren heb te werken, maar ook dat beschouw ik niet als last: overkomt mij iets, heb ik het voorwerk gedaan en maakt iemand anders ze maar af.
De Liefste en de dierbaren kunnen het gemakkelijk zonder mij stellen, net als mijn vrienden, al zijn dat er niet zoveel meer, want de dood hield en houdt stevig huis. En mijn familie? Er is bijna niemand over…
Verlang ik naar de dood? Geenzins! Maar komt de onheilstijding, zal ik haar met verdriet, maar niet als schok aanvaarden. En als ik op een dag zomaar omval of na een nacht niet meer ontwaak, is het ook goed. Niet voor De Liefste, die mij ruimschoots overleeft. Maar als zij het over later heeft – na mijn pensioen, na haar werkbare leven… – vind ik het moeilijk daarover mee te denken, me daar iets van voor te stellen.
Vijfenzestig dus. Nee, dat ga ik niet vieren. Zo erg is het nu ook nog niet met me gesteld. Geen cadeaus dus, maar wel een presentje voor mijn lezers. Vanaf 1 maart publiceer ik in dit logboek elke dag, twintig dagen achtereen, een hoofdstuk uit mijn autobiografische roman Alsof er niets is gebeurd. Al in het voorjaar van 2016 geschreven en daarna enkele malen herschreven, maar steeds toch weer besloten die niet uit te geven. Vanwege de sombere toon, de expliciete seks – onder meer.