Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 51 - 118. Kleine Prins

dinsdag 22 december 2020

De verteller, een piloot, vertelt hoe hij na een noodlanding met zijn vliegtuig in de woestijn de kleine prins ontmoet. [Wat een slechte eerste zin trouwens: de verteller vertelt… En ontmoet hij de kleine prins na een noodlanding met zijn vliegtuig in de woestijn of ontmoet hij de kleine prins in de woestijn na een noodlanding met zijn vliegtuig? FV] De kleine prins vertelt over de planeet waar hij woont, over andere planeten die hij bezoekt en over hun merkwaardige bewoners. Het is een verhaal vol diepe wijsheden:
- Tot ziens zei de vos. Hier is mijn geheim. Je kan alleen goed zien met je hart. Waar het echt om gaat, dat kan je niet zien met je ogen.
Dit prachtige moderne sprookje is geliefd bij iedereen. De schitterende illustraties zijn van de auteur.


Tekst van het achterplat. Jij, lezer, weet natuurlijk al lang over welk boek ik het heb: De Kleine Prins. Antoine de Saint-Exupéry (1900-1944) was een Franse schrijver en piloot. Hij schreef Le Petit Prince een jaar voor zijn dood, toen hij in een hotel in New York verbleef. In dienst van de geallieerden werd hij in de Tweede Wereldoorlog in 1944 neergeschoten boven de Middellandse Zee.
De eerste uitgave verscheen in 1943 in de Verenigde Staten, zowel in het Engels als in het Frans. De eerste Nederlandse uitgave verscheen in 1951. Het boek is in meer dan 400 talen vertaald. Het is nog steeds een wereldwijde bestseller. 


Editie 2020




Nogmaals het achterplat: 
Het geheim van De kleine prins is onzichtbaar, maar vanaf de eerste zin gloeit het door de onsterfelijke woorden en tekeningen heen.


Le Petit Prince is het vaakst vertaalde boek uit de Franse literatuur. In Frankrijk eindigde het boek in 1999 op de vierde plaats in de verkiezing van de honderd beste boeken van de eeuw. Door de diepzinnige en idealistische standpunten die de auteur aankaart, is het niet het kinderboek waarvoor het soms nog steeds wordt aangezien.

De eerste Nederlandse vertaling (1951) was van Laetitia de Beaufort-van Hamel; de tweede (2000) van Ernst van Altena. In 2017 vertaalde Martine Delfos het boek opnieuw en in 2019 bewerkte Tiny Fisscher het boek voor kinderen, nu niet met de originele illustraties, maar met nieuwe tekeningen van Mark Janssen. 

 

Oudere editie



En waarom vertel ik dit allemaal? Omdat de Rotterdamse uitgeverij Ad. Donker, die nog altijd herdrukken liet verschijnen van de eerste, zeventig jaar oude vertaling – die van Laetitia de Beaufort-van Hamel  –, nu eindelijk voor een nieuwe vertaler heeft gekozen. En die heeft zich verrassend goed van zijn taak gekweten. Zijn naam: Erik van Muiswinkel.

Archief 2020