Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 34 - 64. Nu pas toen eerst

woensdag 26 augustus 2020




Neeltje Maria Min was bijna door een bus van Connexxion vermorzeld. Bijna, maar helemaal zonder kleerscheuren kwam ze er ook niet vanaf. Ze kon zich na dat ongeluk immers nog maar een uur per dag concentreren. Ga gewoon eens wat oude kasten opruimen, adviseerde haar dochter haar. Dat deed zij en toen kwamen oude tekeningen en tekenboeken naar boven, geproduceerd tussen 1957 en 1977. 
Dagelijks een halfuurtje uitknippen en sorteren, daarna naar het kopieerapparaat van de Jumbo met het hondenkarretje. De dag nadat ze daarmee klaar was, verdween het kopieerapparaat. Adriaan van Dis: “Misschien was het apparatuur na zoveel moois te hebben vermenigvuldigd naast zijn schoenen gaan lopen. Want ze zijn verdomd goed, die tekeningen.”






Diezelfde Adriaan van Dis vroeg Neeltje Maria Min wat zij het liefste deed: tekenen of lijntrekken? Haar antwoord: “De hand wil veel. De hand wil ook nog breien, haken, borduren en versleten ellenbogen van lievelingstweedjasjes stoppen. Eigenlijk zou ik alles tegelijk hebben willen kunnen. Gelijk met de steken van een muts steken voor een gedicht opzetten. Muts af, gedicht af. Was het maar zo eenvoudig.”

 



Het bovenstaande ontleen ik aan het voorwoord van toen eerst, de catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in de Eerste Bergensche Boekhandel, georganiseerd ter gelegenheid van Neeltje Maria Mins 75ste verjaardag. Dat is nu precies een jaar geleden. Ik had er eerder over willen schrijven, maar het fraai uitgegeven boek verdween onbedoeld in de kast. Ik dacht er nog wel eens aan, maar vond het tot vandaag niet terug.






Toen ik vanochtend een boek wilde wegzetten – niet bij de M van Min, maar totaal verkeerd bij de T van toen eerst – viel het op mijn hoofd. Kon het nog net op tijd grijpen, waardoor de uitgave minder gebutst uit de strijd kwam dan de dichteres bij haar Connexxion-clash. Maar zomaar terugzetten, kon natuurlijk niet en daarmee werd toen eerst nu pas.  


Archief 2020