Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 34 - 63. Naima El Bezaz

dinsdag 25 augustus 2020


Ik loop naar de boekenkast en pak ze uit de kast: haar debuut De weg naar het noorden (1995) en de zes boeken die daarna verschijnen: Minnares van de duivel (2002), De verstotene (2006), Het gelukssyndroom (2008), Vinexvrouwen (2010), Méér vinexvrouwen (2012) en In dienst bij de duivel (2013). Dat is haar laatste boek; daarna stokt haar literaire productie.





Ik heb het over de Marokkaans-Nederlandse schrijfster Naima El Bezas (1974), die op vierjarige leeftijd naar Nederland emigreert, waar haar vader inmiddels werkt als fabrieksarbeider. Na de middelbare school gaat ze Rechten studeren aan de Leidse Universiteit, maar dan weet zij al dat zij schrijver wil worden. Yvonne Kroonenberg introduceert haar bij uitgeverij Contact, zij stopt met studeren en al op haar eenentwintigste debuteert zij. Met De weg naar het noorden dus. “Het boek houdt het midden tussen een thriller en een noodlotsroman”, schreef Het Parool.

 



Pas zeven jaar later, in 2002, verschijnt haar tweede roman Minnares van de duivel. Daarin beschrijft ze levens van Islamitische vrouwen en is daarbij kritisch ten aanzien van de maagdencultus, vrouwenonderdrukking en andere ‘tradities’. En ze schuwt het niet om, in de stijl van de Duizend-en-één-nacht-verhalen, erotische scènes in haar boek te verwerken. Meteen nadat de eerste recensies zijn gepubliceerd, ontvangt zij de ergste doodsbedreigingen. Nee, geen kogel door haar hoofd en meteen klaar, want met een vrouw die zich niet ‘gedraagt’, mag je toch alles doen wat je maar wil. En heeft zij niet twee kleine dochtertjes – nou, nog fijner.

 

 



Reden: zij is een Marokkaanse vrouw en die levert geen kritiek op haar oorsprong en schrijft niet openhartig over seks, ook niet als zij in Nederland is opgegroeid met de hier geldende waarden en normen. Die botte agressie raakt haar in haar hartstochtelijke hart en ze belandt in een diepe depressie. Daarover schrijft zij vier jaar later, nog lang niet terug in haar kracht, De verstotene en weer twee jaar later Het gelukssyndroom, haar vierde boek.




 



In 2010 en 2012 verschijnen Vinexvrouwen en Méér vinexvrouwen, gebaseerd op haar leven in zo’n vinexwijk, in Zaandam. “Woest-humoristisch” schrijft de Volkskrant, maar in die kwalificatie mis ik haar passie en haar kritische blik. Die zijn het immers die haar het duurst kwamen te staan na het verschijnen van Minnares van de duivel. Ook in haar laatste boek, In dienst bij de duivel, gebaseerd op het redacteurschap bij een vrouwenblad als Linda, voert haar scherpe ironie de boventoon – daar kan de traditionele Marokkaanse mannengemeenschap natuurlijk ook niets mee: vrouwen met humor. Dat is in 2013 en als gezegd blijft het daarna stil.
 




Haar depressie trekt haar steeds verder naar beneden. Tot gisteren (als ik dit schrijf, is het zaterdag 8 augustus), want nu is het voorbij. Abdelkader Benali schreef vanochtend:

De schrijver Naima el Bezaz is overleden. We debuteerden midden jaren negentig, zij met de roman De weg naar het noorden. Ze maakte meteen indruk op me. Intelligent en gevat. Ze vertelde me wat ik moest doen als schrijver om te slagen. Ik zal ons optreden op de Caïro-Boekenbeurs, waar ze het Egyptische publiek volledig inpakte, nooit meer vergeten.
Vinexvrouwen, een van haar laatste boeken, prikte op sardonische wijze het leven van wannabe Linda-dames door en was veelbelovend. Naima, rust in vrede. 


Ik loop naar de boekenkast en zet haar boeken terug in de kast. Zij heeft aan de rand van het ravijn gestaan, nadat zij constateerde dat niets er meer toe doet, dat haar dierbaren gelukkiger zullen zijn zonder haar ellende, waar zij zelf ook niet langer tegen bestand is. Zij heeft aan de rand van het ravijn gestaan, net zoals ik. En als je aan die rand hebt gestaan, ben je voor altijd bang daar op een dag opnieuw te staan. Maar godzijdank stond ik aan de rand van het ravijn toen het ravijn mij daar nog niet wilde zien en mij negeerde in plaats van te lonken. Dat geluk was Naima, pas 46 jaar oud, niet gegund.

Archief 2020