Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 34 - 61. Wolffers' Weekboek [1/2]

zondag 23 augustus 2020

Deze website bestaat al sinds 2012, maar gebeurtenissen in de zomer van 2016 noodzaakten mij ertoe de bestaande rubrieken te wissen en opnieuw te starten. In dit logboek zijn nog maar een paar afleveringen van het voorjaar van 2016 terug te lezen en niets van daarvóór. Toen heette deze rubriek nog Weekboek: omdat ik wekelijks schreef over wat mij raakte (dus week maakte). Die titel dankte ik aan Ivan Wolffers. Nu er, onder de titel Het leven, het leven een nieuw, vijfde deel is verschenen met afleveringen (vanaf 2014) uit zijn Weekboeken, zocht ik even terug wat ik eerder daarover schreef.




Herinnerde me opeens dat ik toentertijd vaak met voetnoten werkte. Daarna totaal verleerd.
Bij hoge uitzondering een greep uit de oude (2012-2016-)doos. Dit publiceerde ik in 2012. Dat was nog voordat, in 2014, het vierde boek verscheen: Als de tijd voor altijd stil zou staan, met daarin afleveringen die hij sinds 2009 schreef. Dan is dat boek bij dezen ook meteen genoemd.






Nu terug naar 2012: week 41, zondag 6 oktober 2012:


Weekboeker

Toen ik november 2011 erg ziek werd, kwam ik terecht in de medische molen van het prostaatkankeronderzoek. Tijdens het draaien van mijn angstige rondjes, begon ik met het lezen van de notities die Ivan Wolffers sinds het voorjaar van 2004 wekelijks op zaterdag publiceert op zijn website: www.ivanwolffers.nl. Dit nadat die rotziekte rond de kerstdagen van 2002 bij hem is vastgesteld. En ik lees hem nog steeds.
Door het bijhouden van die wekelijkse observaties over de laatste acht jaar van zijn leven, voelt het inmiddels alsof ik hem persoonlijk ken. Bovendien vind ik hem al vanaf 1976, toen hij columns ging schrijven voor de Volkskrant, een zeer aangenaam schrijver. Wierp zich destijds op als criticus van de gezondheidszorg door consumentenhandleidingen te publiceren over onder meer medicijngebruik en stervensbegeleiding. En hij schreef spraakmakende jeugdboeken, zoals Vies is lekker: een handzame seksuele voorlichting, inclusief uitvoerige seksuele begrippenlijst. 
Ook van zijn kankernotities ben ik enorm onder de indruk, vooral door de wijze waarop hij met zijn ingrijpende ziekte omgaat, al neemt zij hem steeds vaster in haar wurggreep.





Februari 2012 waren wij bij de presentatie van Spring, het tweede boek van Hella de Jonge. Daar zag ik Ivan Wolffers en ik sprak hem aan en vertelde dat ik zijn Weekboek volg. En dat ik dus niet hoefde te vragen waarom hij slecht ter been is. Want over die uitzaaiingen in zijn heup had hij onlangs geschreven. Hij: “Heb je ook prostaatkanker?” Ik: “Nee, ik heb inmiddels de uitslag van de onderzoeken en ik heb een zaadbal- en prostaatontsteking, maar gelukkig geen prostaatkanker. Maar ik blijf natuurlijk onder controle.” 




Hij: “Die heup is vervelend, zoals je ziet. Maar zolang het daarbij blijft, vind ik het best. Ik ben er nog en verwacht dat ik het nog een tijdje volhoud. Ondanks die rotheup. Maar ik heb gelukkig nog geen uitzaaiingen op andere plekken.” 

Maar inmiddels is het een half jaar later: 

Aan de stem van mijn uroloog kan ik […] horen dat hij geen vrolijk nieuws voor me heeft. […] Hij zou nog bellen met de details over de scan, over de bestraling en daarna kan ik dan misschien een afspraak regelen met de orthopedie om mijn versleten heup te laten vervangen. Als ik hem later spreek zegt hij: "Het is toch wel wat meer dan alleen een paar plekjes op de ribben. Ik zie ook wat oplichten op de wervels en in je heup is het ook niet rustig. […] 
We maken een afspraak voor de dag daarna. […] In een kamer van de polikliniek bekijken we […] de verschillende opnamen die de scanmachine heeft gemaakt en ja, op meerdere plaatsen zijn er gele lampjes ontstoken. Daar zit een familie prostaatkankercellen gezellig rond het vuur bij elkaar, als groepen nomaden die zijn neergestreken in mijn duistere lichaam. 
"Het licht op sommige plaatsen nog maar een beetje op," zegt mijn uroloog, "maar toch is het beeld te onrustig om nog te gaan bestralen. Het is gewoon te veel en er is geen beginnen meer aan. En die heup… De pijn die je daar hebt, kan wel eens niet door de slijtage komen. Hier kun je geen operaties meer doen. Dat durft geen chirurg aan. [1]


Een aantal van Wolffers’ weekboekafleveringen is gebundeld in 
Walvis spelen (2004), Heimwee naar de lust (2006) en Onweer in de verte (2009) [2]. Waarom er daarna geen meer zijn uitgegeven, vroeg ik hem diezelfde middag.





Hij: “De uitgever had geen interesse meer.” Alle drie haalden weliswaar drie drukken, maar Uitgeverij Contact durfde geen vierde boek meer aan. Dat was voor hem een van de redenen geweest om na 25 jaar loyaliteit over te stappen naar Uitgeverij Nieuw Amsterdam. “We gaan kijken of we later dit jaar of misschien volgend jaar nog iets doen met de inmiddels meer dan vijfhonderd afleveringen van het weekboek.” [3]





Dat dat vervolg uitbleef, is erg jammer, zoals ik het ook betreur dat zijn notities zich niet, zoals vroeger, wekelijks laten lezen in de betere kranten: de Volkskrant, Trouw of NRC-Handelsblad. In die stukken trekt hij het namelijk veel breder dan dat hij alleen schrijft over hoe hij zijn ziekte beleeft (en andersom). Zo klinkt voortdurend de vraag door wat het belangrijkste is: korter leven met meer kwaliteit of langer leven met vervelende complicaties als gevolg van de ingrepen: snijden of bestralen. Complicaties als incontinentie en impotentie. En natuurlijk gaat het over tal van andere lastige keuzes (zoals hormoonbehandelingen) en de gevolgen daarvan voor de intieme relatie [4].




Waarom schrijf ik dit hier? Om toch maar een keer gezegd te hebben dat mijn keuze om op deze website wekelijks een persoonlijk stuk te schrijven, is ingegeven door die wekelijkse persoonlijke beschouwingen van Ivan Wolffers. Daarom koos ik er ook voor de naam Weekboek aan te houden. ?
En ik begin erover omdat mijn prostaat weer opspeelde. Nou ja, gelukkig niet letterlijk. Gisteren immers kreeg ik de uitslag van het bloedonderzoek dat ik elk half jaar laat doen om mijn PSA-waarde [5] vast te stellen. PSA: boodschapper van slecht prostaatnieuws. Of van goed nieuws. Want ja, alles is goed. 

-----

[1] 
Uit Wolffers’ weekboek 40-2012. Te vinden dus op www.ivanwolffers.nl.

[2]
Alle drie Uitgeverij Contact.

[3]
Op 11 oktober 2013 schrijft hij in zijn weekboek (2013.42) dat de aarzeling voor dat vierde deel niet alleen bij zijn uitgeverij, maar ook bij hemzelf speelde:
Bij de bundeling van mijn eerste prostaatkankerblogs zag dat ik twee jaar bezig was geweest met het herstellen van de schrik die de ontdekking dat ik sterfelijk ben veroorzaakte, terwijl ik al die tijd dacht dat ik het binnen twee weken geaccepteerd had. […] In de volgende twee jaar hield ik me veel meer bezig met de prijs die ik betaal om wat langer te mogen leven. Vaak stond ik stil bij bijwerkingen van de behandeling van prostaatkanker. Pas toen werd de kwaliteit van leven belangrijk. Ik wilde me weer vitaal voelen en bij een man balt het idee van kracht en wat je vermag zich samen in de seksualiteit. Wat deed die behandeling met mijn liefdesleven? […] Toen ik de bundeling van de daarop volgende twee jaar doorlas, merkte ik dat ik me wel op die kanker had ingesteld en met de behandelaars had leren onderhandelen, maar ik ging me steeds meer afvragen wanneer het drama zou komen? Wanneer was het moment van de grote finale? […] Ik ging door elke week mijn gedachten over mijn leven op mijn website te plaatsen, maar wat viel er in hemelsnaam nog te bundelen? Technisch gezien ontstond er een ´zak´ in mijn verhaal. Alles was beschreven, maar het logische einde bleef maar uit. De lezers verlangden naar het slot van mijn belevenissen, maar ik nog niet. Ik kan me pas weer met een bundeling van mijn blogs bij de lezers melden als ik zieltogend op de van de doodsangst natte lakens mijn laatste woorden uitspreek. In de verbeelding van de lezende mens is kanker immers synoniem met dood en ik ontkom daar toch niet aan… 

[4]
Over die intimiteit schreef Ivan Wolffers’ echtgenote Marion Bloem een indrukwekkend boek, samen met uroloog Paul Kil. Titel: Als je man verandert. Ondertitel: Wat gebeurt er met een relatie als de man prostaatkanker krijgt? Daarvoor interviewde Marion Bloem partners van patiënten met prostaatkanker. 

Uitgeverij Bert Bakker. Amsterdam, 2011.

[5]
Van de website: www.prostaat.nl:
Het Prostaat Specifiek Antigeen (PSA) is een eiwit dat normaal in geringe mate in het bloed aanwezig is. Het wordt gevormd in het klierweefsel van de prostaat, zowel in een gezonde als in een zieke prostaat. Het is waarschijnlijk een maat voor activiteit van bepaalde delen van het prostaatweefsel, maar het is nog niet duidelijk waardoor de verschillende PSA-waarden worden veroorzaakt. Wel is duidelijk dat bij het ouder worden het PSA-gehalte in het bloed kan stijgen zonder dat er afwijkingen aan de prostaat worden gevonden. PSA is momenteel de belangrijkste substantie in het bloed om prostaatkanker vast te stellen. Sinds de ontdekking (pas in 1971 werd PSA voor het eerst gevonden) is men dit steeds vaker gaan onderzoeken en dit heeft geleid tot een forse toename van het aantal vroeg ontdekte prostaatkankers. Echter, spoedig bleek ook dat niet bij alle vormen van prostaatkanker het PSA verhoogd is en dat lang niet iedere verhoging ook gepaard gaat met kanker.

Archief 2020