maandag 13 april 2020
Hoor jij ook de stilte
Die zich al zolang niet meer liet horen
Voel je hoe de liefde als herboren in de lucht hangt
Kijk eens naar de beelden
Zie je hoe we anderen weer vinden
Hoe een hart ineens weer naar een ander hart verlangt
Ook al lijken onze straten uitgestorven
Door de open ramen klinkt een lied van hoop
En als de angst is weggewaaid
De wind weer is gedraaid
draag ik dit bij me
Omdat ik niet vergeten wil
Hoe liefdevol en stil de wereld was
Als een warme jas
Ik was haast vergeten
Hoe het is om samen iets te zingen
Maar de klank van onze stemmen gaat door muren heen
Ook al lijken dan de straten uitgestorven
Door de open ramen klinkt de nieuwe tijd
En als het over is gewaaid
De wind weer is gedraaid
Draag ik dit bij me
Omdat ik niet vergeten wil
Hoe liefdevol en stil de wereld was
Nu het even angstig is
Gaat de wereld dicht
Maar achter de horizon wordt het alweer licht
En als het over is gewaaid
De wind weer is gedraaid
Draag ik dit bij me
Omdat ik niet vergeten wil
Hoe liefdevol en stil de wereld was
Als een warme jas
2020
Toen ik vorige week, naar aanleiding van het overlijden van Liesbeth List, mijn rubriek Gedicht Gedacht aan haar lijflied wijdde (lees hier), reageerde een dichter met de kritiek dat ik wel erg gemakkelijk schakel tussen goede poëzie en versjes als die van Han Kooreneef.
Zo streng heb ik zelf nooit gedacht, want het luistergedicht – light verse en literair lied – hoeft echt niet onder te doen voor leespoëzie, al is de laatste categorie natuurlijk uitdagender omdat je er meerdere lagen in kunt ontdekken en luisterpoëzie de eerste keer begrijpelijk moet zijn (want waarom zou je anders luisteren).
Toch maakte ook ik wel degelijk onderscheid tussen de liederen van auteurs als Jan Boerstoel en Willem Wilmink en dichter-zangers als Jan Beuving en Hans Dorrestijn versus de liedjes die Jeroen van der Boom, Marco Borsato en Guus Meeuwis vertolken.
Sommige zangers hebben beide stijlen op hun repertoire staan, zoals Liesbeth List, die ik al bewonderde vanwege haar vertolkingen van Jacques Brel en Mikis Theodorakis (in vertalingen van Lennaert Nijgh en Cees Nooteboom) – maar veel ‘lager’ wenste ik toch niet af te zakken in mijn smaak en waardering.

Eerste editie Mooi Lied (2014-2015). V.l.n.r Frank Boddin, Kirsten van Teijn, Elke Vierveijzer,
Kiki Schippers en Mathieu Engels. Onderaan: Erwin van Ligten.
Dat betere lied kwam ook centraal te staan in Mooi lied, de programmareeks die ik sinds 2014 produceer. In de publiciteitsteksten van de eerste edities schreef ik:
Het lied. Niet het liedje. Een liedje is een deuntje van de radio dat vervliegt. Maar Het Lied kerft zich voor altijd in je huid. Dat Lied dus. Dat Mooi Lied, daar draait het om.
In die voorstellingen bracht een ensemble met onder anderen Kiki Schippers, Kirsten van Teijn en Elke Vierveijzer werk ten gehore van onder anderen Jeroen van Merwijk, Bram Vermeulen en natuurlijk Maarten van Roozendaal, aan wie het programma zijn titel dankte: Mooi, mooi, mooi. Om te janken zo mooi.

Han Kooreneef.
Foto: Aleksander Willemse
Geen liedjes, dus zeker geen repertoire van Han Kooreneef, dorpsgenoot (tot ik verhuisde) die ik in 2014 persoonlijk nog amper kende. Dat veranderde door een televisieplan waarover we een paar keer kwamen te spreken. Het klikte meteen, want Han is wijs en warm, betrokken en betrouwbaar en ook nog eens humoristisch. Wij gingen elkaar al snel vaker en vaker ontmoeten. Inmiddels reken ik hem tot mijn beste vrienden.
Al in 2015 vroeg ik hem voor een andere productie. Voor het Jeroen Bosch-jaar (2016) produceerden wij, samen met Theater aan de Parade, Bosch’ Lied, waarbij vermaarde liedauteurs (onder wie Jurrian van Dongen) zich lieten inspireren door schilderijen van Jheronimus Bosch, bekende componisten (onder wie Erik Vlasblom) die teksten op muziek zetten en geliefde vertolkers (onder wie Kommil Foo) die met een gelegenheidsband (waaronder gitarist Erwin van Ligten) zongen. Ik vroeg ook Han, natuurlijk niet als (immers liedjes schrijvende) auteur, maar wel als componist.
Hij schreef onder meer de muziek van Doornenkroning, een tekst van Jan Boerstoel. En hij zong die als proefopname in voor Pieter Derks, die het lied ging vertolken. Ik was zeer verrast, niet alleen door de kwaliteit van de muziek, maar ook door Hans eigen zang.
Tijdens onze volgende (inmiddels wekelijkse) ontmoetingen sprak ik mijn bewondering uit en vroeg ik hem natuurlijk hoe het kwam dat hij zijn teksten (zoals Dromen zijn bedrog en Ik leef niet meer voor jou voor Marco Borsato) niet zelf zingt. Hij vertelde me dat hij wel een solo-album opnam, maar zich opeens realiseerde dat hij dan zou moeten opdraven in programma’s als Koffietijd en daar had hij absoluut geen zin in. Hij zag er ook om een andere reden van af: zijn podiumvrees, met alle fysieke ongemakken vandien... Kortom: hij bracht het album niet uit.
Sindsdien praatten we wekelijks over de mogelijkheid dat tóch eens te doen, waarbij animo de aarzeling al snel op achterstand zette vanuit mijn invalshoek: als je bang bent dat je niet durft op te treden, laten we toch gewoon een zangeres meedoen die repertoire van en met jou zingt. Hoef je het niet alleen te doen. En voor als dat spelen niet lukt, zetten we toch een tweede vleugel op het podium – nog een mooi beeld ook – met een pianist die ook vocale kwaliteiten heeft.
Langzaam brokkelden zijn reserves af en stukje bij beetje begon het plan daarmee te leven.
Bleef dat ik Han inmiddels wel goed kende, maar zijn repertoire nauwelijks. Want tja, die liedjes… Tot ik me erin moest gaan verdiepen om daaruit, samen met hem, een keuze te maken voor deze voorstelling. O, Werd de tijd maar teruggedraaid (Jeroen van der Boom) bleek dus ook van zijn hand, evenals Liesbeth Lists liederen Heb het leven lief, Jij moet blijven en Wereldreis en die paar liedjes van Borsato die me altijd wèl raakten: Margherita en Speeltuin…
In zijn studio liet hij mij vervolgens Sterrennacht horen, een lied over Vincent van Gogh, maar met terugwerkende kracht ook over een vriend die zelfmoord pleegde. Dat ontroerde me zeer. En bij hem thuis ontmoette ik zijn gezin en dus ook dochter Brechtje. Zingt eveneens, zo bleek, heeft zelfs een platencontract in Engeland (als BÉE)…
Het ensemble was rond, want ik had Han al in een vroeg stadium kennis laten maken met Elke Vierveijzer, vaste waarde binnen drie Mooi Lied-edities, waarvan een solo en helemaal gewijd aan Maarten van Roozendaal. Haar begeleider, Michiel Wetzer, zou de zingende pianist achter de tweede vleugel kunnen zijn en… Brechtje zou ook mee kunnen doen!
Onze wekelijkse ontmoetingen hielden we erin; maar nu konden we elkaar daarnaast met regelmaat zien tijdens de repetities in Hans studio.
De productie maakten we als kerstvoorstelling 2018, wederom in opdracht van en exclusief voor Theater aan de Parade. Titel: Han Kooreneef 25 jaar in liedjes. Een wereldreis in dromen (zonder) bedrog. De flyertekst:
Dromen zijn bedrog is zijn bekendste tekst, maar in de afgelopen 25 jaar schreef en componeerde Han Kooreneef (55 jaar) niet alleen voor Marco Borsato, maar ook voor Karin Bloemen, Glennis Grace, Ruth Jacott, Paul de Leeuw, Guus Meeuwis, Rob de Nijs, Trijntje Oosterhuis, Edsilia Rombley, Mathilde Santing e.v.a.
Met drie jonge namen – cabaretière Elke Vierveijzer (30 jaar), zangeres Brechtje (dochter van Han) Kooreneef (18 jaar) en zanger-pianist Michiel Wetzer (26 jaar) maakt hij een keuze uit zijn oeuvre om dat samen met hen te ontwikkelen tot een voorstelling en die vervolgens vijf keer te presenteren aan publiek.
Een terugblik op een kwart eeuw in tekst en muziek op twee vleugels door drie generaties: twee zangeressen en twee zangers. Van Alleen (Brace) tot In de wolken (De Kast) en van Jij moet blijven (Liesbeth List) tot Margherita (Marco Borsato).
Het werden vijf bijzondere avonden, waaraan ik met veel plezier terugdenk. Zoveel zelfs dat ik meteen in actie kwam toen Theater aan de Parade het idee opperde Han (mogelijk met Brechtje) iets te laten doen in deze Corona-tijd, waarbij elke avond de afgelaste theatervoorstelling plaatsmaakt voor een online-uitzending. “Graag,” zei Han, “want dan kan ik meteen een ode brengen aan Liesbeth" (List - zij overleed een paar dagen daarvoor). Goed idee, vond ik. "Theater aan de Parade wil ook graag jouw Lied van Hoop horen; kunnen Brechtje en jij dat vertolken?" "Natuurlijk doen we dat lied," zei Han, "want dat is actueel.:
Ik ben inmiddels goed ingewijd in zijn repertoire, maar een lied met de titel Lied van Hoop kende ik niet. En ook nog eens actueel? Dat zal dan vast de titel zijn van dat lied dat BN'ers hebben opgenomen als steuntje in de rug voor alle thuiszitters tijdens deze crisis... Niet dus.

De opname werd gepland. In de lege grote zaal van Theater aan de Parade. Vrijdagochtend (3 april) opgenomen en 's avonds al uitgezonden. Het enthousiasme van degenen die erbij waren, was 's middags al groot en ik zag de volledige montage 's avonds terug.
De uitzending begon met bovenstaand lied; Lied van Hoop bleek niet die BN'ers-song, al is dat nummer, getiteld Zon, ook van zijn hand. Maar dit is een ander splinternieuw lied van Han met alleen Brechtje. De eerste zinnen:
Hoor jij ook de stilte
Die zich al zolang niet meer liet horen
Terug naar het begin:
Toen ik vorige week, naar aanleiding van het overlijden van Liesbeth List, deze rubriek aan haar lijflied wijdde, reageerde een dichter met de kritiek dat ik wel erg gemakkelijk schakel tussen goede poëzie en versjes als die van Han Kooreneef. Een verwijt vanuit dezelfde vooringenomenheid als ik had.
Als hij had gesteld dat Han Kooreneef zelf altijd gemakkelijk heeft weten te schakelen tussen versjes (zoals de liedjes die een broodschrijver in opdracht schrijft) en gezongen poëzie (liederen), had ik het wel onmiddellijk beaamd.
Dat Han van oorsprong een literair-liedauteur is, maar in de praktijk leerde dat daar nauwelijks vraag naar was en dat hij door het succes van Dromen zijn bedrog en Ik leef niet meer voor jou niet meer afkwam van zijn imago als hitjesschrijver, dat is een heel ander verhaal en bewaren we voor later.
Kijk en hoor hier de uitzending van vrijdag.