zondag 22 maart 2020

Koningstheater (1997-2004)
Van de oprichting, september 1997, tot augustus 2004 huist het Koningstheater aan de Vlijmenseweg. Het begint daar als collegetheater, maar binnen een paar seizoenen groeit het uit tot een van de belangrijkste cabarettheaters van ons land. Door dat succes past het niet langer binnen dit MBO-college.

Nieuwe Koningstheater (2004-2012)
Van september 2004 tot augustus 2012 is het Nieuwe Koningstheater gevestigd in de Triniteitstraat, waar we – met steun van bespelers en bezoekers – het gebouw inrichten als Koningstheatermuseum. Dat wordt vanaf 2010 gerekend tot een van De 250 leukste musea van Nederland & Vlaanderen.

Catalogus: De 250 leukste musea - derde editie, 2012

De foyers, kleedkamers en kantoren hangen en staan vol met decorstukken en attributen en kostuums uit voorstellingen van Karin Bloemen, Marc-Marie Huijbregts, Freek de Jonge, Robert Long, Van Muiswinkel & Van Vleuten, Bert Visscher en vele anderen. En er zijn andere schenkingen te zien, zoals de festivalsprijzen van Nathalie Baartman, Pieter Derks en Katinka Polderman en de Nederlandse Cabaretprijzen van Ronald Goedemondt, Sara Kroos en Theo Maassen. Ook hangen er schilderijen, tekeningen en prenten van Jeroen van Merwijk, Willem Vermandere en Bram Vermeulen en zelfs een cabaretaquarel van Co Westerik. Er is een prachtige fotocollectie (uit 1946) van Toon Hermans. Er is nog zoveel meer... Wat te denken van het Madame Tussauds' ontwerpbeeldje van Wim Kan & Corry Vonk en het schilderij dat Hans Baijens van hen maakte. Of de 'grote' stukken: de vleugel van Fien de la Mar en het werkhuisje van Wim Kan.
De gemeente belooft dat er in Den Bosch een cabaretmuseum zal komen, maar die belofte is niet meer dan een zoethoudertje - het zal er niet komen.

Met Freek, Theo en Youp (2005)
Hanneke Gommers krijgt de opdracht vijftig schilderijen te maken van belangrijke namen en gebeurtenissen uit de cabarethistorie. Die sieren de wanden van de theaterzaal. Jan Beuving schreef daarover, bij het afscheid, het lied Ogen.
Wanneer je hier de volle wanden
voor de allereerste keer ziet
dan wijs je even met je handen:
van wie is ook alweer die kop?
En zeker als je net student was
betrad je deze zaal met eerbied
Je wist nog niet wat je talent was
dus nam je alles in je op
En keek je al die ogen aan
die je begluren vanaf de muren
dan liet je zomaar je gedachten gaan
En zei je dromend: zou het lang duren
voordat ik zelf hier een keer mag staan?
Je lachte hier om Youp z'n grappen
je luisterde hoe Freek vertelde
je zat bij Theo op de trappen
maar toen werd je wat arrogant
Je leerde, vond je zelf, voorspoedig
en dacht: ik heb wel wat te melden
Je was brutaal en overmoedig
en plots stond je aan deze kant
Maar als je voor de eerste keer
uit die coulissen bent opgekomen
kijken die ogen op je neer
en zeggen: 'Jij daar! Jij had toch dromen?
Nou, laat maar zien dan, aan jou de eer'
Wat zal ik die foyer gaan missen
met Frank in sportvest bij de kassa
de vloer, de koekjes, de coulissen
ik ben er hevig aan gehecht
Het was een klein, vertrouwd theater
geen zaaltje voor de grijze massa
een warm bad en in dat water
heeft meer dan één een steen verlegd
Maar op een dag keert ieder tij
en elke steen zal een keer vergruizen
maar als straks ieder schilderij
mocht gaan vervagen na het verhuizen
blijven die ogen me altijd bij
(Lees ook hier.)
Van september 2012 tot maart 2020 is het Koningstheater, maar dan als Cabaretfirma, gehuisvest binnen de Verkadefabriek aan de Boschdijkstraat. Niet langer een zelfstandig theater, maar de stichting die verantwoordelijk is voor de cabaretprogrammering en -productie voor zowel stadsschouwburg Theater aan de Parade als theatercomplex Verkadefabriek, dat daarmee cabaret als theaterkunstgenre toevoegt aan zijn kwaliteitsaanbod dans, film, literatuur en toneel.

De ontmantelde Cabaretfirma, 11 maart 2020
En na maart 2020? De Cabaretfirma gaat verder als eenmansorganisatie die werkt vanaf thuis en vanuit de genoemde theaters, waarvoor het blijft programmeren en produceren. En al die mooie museumspullen? Jochem Myjer haalt zijn danspop (uit Yeehaa, 2007) en flitspaal (uit Adéhadé, 2004) terug om die een nieuwe bestemming te geven; Mark van de Veerdonk doet hezelfde met zijn tweelingbroer (uit En De Wereld Is Vierkant, 2004).

Dat geldt ook voor Lenny Kuhr, die de jurken die Frank Govers voor haar maakte voor het Songfestival – de groene voor het Nationale (1968) en de rode voor het Internationale, in Madrid (1969), dat zij won – in bruikleen geeft aan Museum RockArt in Hoek van Holland.

De overige waardevolle bezittingen, waaronder van Youp van ’t Hek het bed dat Piet Hein Eek maakte voor De Schreeuwstorm (2007) en de poppenkast uit Youp speelt Youp (Oudjaarsconference 2002), alle decors van Eric van Sauers en van Theo Maassen de stalen achterwand uit Ruwe Pit (1997), zijn in opslag.
Misschien wel om later, in overleg met de bespelers die ze schonken, te veilen. Ook die schilderijen, voordat ze vervagen?
Op een dag keert ieder tij
en elke steen zal een keer vergruizen
maar als straks ieder schilderij
mocht gaan vervagen na het verhuizen
blijven die ogen me altijd bij
Ja, ook die schilderijen.