Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 46 - 326. Top-10-poëzie!

vrijdag 22 november 2019

Twee poëziebundels deze week in de Boeken-Top-10, las ik, dus dat moet mij wel heel blij stemmen. Maar nee, want het is natuurlijk niet zo. Poëzie in de Top-10, als dat toch eens waar zou wezen.

Lévi Weemoedt heeft een nieuwe bundel en dankt het verkoopsucces daarvan aan wéér een optreden bij DWDD. Hij zat daar de afgelopen week wederom samen met Özcan Akyol, die vorig jaar de kaskraakbloemlezing Pessimisme kun je leren! samenstelde en deze keer als boekduwer (ik varieer op lijstduwer) dient. Gezondheid! heet de bundel – een titel die het opnieuw niet af kan zonder dat kracht bijzettende uitroepteken! (Uitroepteken!)
 




Poëzie kun je Weemoedts versjes niet noemen, al bewijst Ies van Wijk (zijn echte naam) al ruim veertig jaar dat hij goed kan schrijven. Hij heeft de lichtvoetigheid van taal van  Jan Boerstoel, Hans Dorrestijn, Jean-Pierre Rawie, Ivo de Wijs en Driek van Wissen, maar waar zij in het lichtvoetige de ernst niet schuwen, blijft het bij Lévi Weemoedt alleen maar cabaretesk. In deze bundel meer dan ooit, want door het onverwachte succes diende er natuurlijk snel een opvolger te komen. Slecht voor de kwaliteit, maar goed voor de kassa van schrijver en uitgever.

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen:
laat mij weer naast een meisje lopen.
Een blónd meisje ook nog, zo bid ik erbij.

En niet Uw wil geschiede, maar nou die van mij!

En dat honderd keer achter elkaar; al snel te melig voor mij.

Ik snap het succes wel, want zulke versjes komen goed te pas als groepsgesprekken stokken en is daarom tevens een geschikt laagdrempelig cadeau, waarmee je niemand voor het hoofd stoot. Niet voor niets verschijnt het boekje kort voor Sinterklaas. 

Dat geldt ook voor die andere top-tiener: Tim Hofmans Grappig jammer. Van de voorganger, Gedichten van de broer van Roos, verkocht hij maar liefst 40.000 exemplaren. Nu zal het wel weer net zo hard gaan.







ik viel volgens mij op vrouwen
maar wou ’t toch proberen
dus ik zocht een rijpe man
die me mannenseks kon leren

nou hoppakee zo broeken uit
bedden in dan dim ’t licht
nadat hij in en uit mij zat
kwam ik in zijn gezicht

dat avontuurtje daargelaten
vond ik daarna een meid
haar ouders zie ik voor ’t eerst
vandaag, het werd eens tijd

de deur gaat open en ik denk
verdomd zie wie daar staat
kijk in de ogen van haar pa
herken ze van mijn zaad


En dit is nog een van de minst beroerde. Gedichten staat er echt op de voorkant. Laten we hopen dat niet ervaren lezers die de bundel kopen al snel denken: o, maar zo’n versje schrijven kan ik toch echt veel beter! Dan levert het misschien toch méér op dan – ik schreef het al – het spekken van de kas van schrijver en uitgeverij. En of het wel of geen poëzie mag heten – dat maakt klaarblijkelijk verder echt niemand iets uit - behalve mij! (Uitroepteken!)

Archief 2019