Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 39 - 272. Fosko

zondag 29 september 2019

 

Groot interview in het AD afgelopen week (als ik dit schrijf, is het 7 augustus) met leeftijdgenoot (hij is van oktober 1955, dus vier maanden ouder dan ik) Geert Timmers, beter bekend als Bob Fosko, de drijvende kracht achter De Raggende Manne (1992-1999). Begin januari kreeg hij de onheilstijding: slokdarmkanker met te veel uitzaaiingen (zoals naar zijn lever) om nog te behandelen. Fosko, tegen journalist Mark Roos:
“Kanker stadium 4, dus niet te genezen”, zegt hij. “Natuurlijk kwam die mededeling hard aan. Het is iets waar ik elke dag mee opsta. Dat betekent niet automatisch dat ik het als een zware last meetors. Ik word niet oud, maar ik heb te veel mooie dingen meegemaakt om somberend door het leven te gaan.”

Ik schrijf De Raggende Manne, maar met die lawaaiband had ik niet zo veel; ik ken hem veel beter van zijn theatertour met Marjolein Meijers, als vervanger (in 2010) van Hans Kemeling in het theaterduo De Berini’s. En natuurlijk door zijn medewerking (in 2006) aan Nog meer rottigheid, een onvergetelijke gelegenheidsvoorstelling die in mijn Koningstheater ontsproot. Gemaakt voor zomertheaterfestival De Parade, met vrienden: Maarten van Roozendaal, Pierre van Duijl, Peter Wassenaar en anderen, onder wie Fosko dus. Maarten dood, Bob ernstig ziek…


Foto: Jaap Reedijk


Het begon eind vorig jaar met vaag zeurende pijntjes in de maagstreek. Van de huisarts kreeg hij maagzuurremmers. Toen die niet werkten en hij in een paar weken vijf kilo afviel, werd hij doorgestuurd naar het ziekenhuis voor een maag-darmonderzoek. “Bij het afrondende gesprek hoorde ik aan het geluid van de dichtslaande deur van de spreekkamer van de specialist dat het een slechtnieuwsgesprek werd. De dokter ging er ook even goed voor zitten om het te vertellen. Ik kan het nog zo reproduceren: ‘We hebben de oorzaak van uw klachten gevonden, en dat is een tumor in uw slokdarm van 10 centimeter.’ Als de boodschap niet zo wrang was, zou je er een songtekst van kunnen maken.” […]
Ik zat daar met het idee: ik hoop dat het meevalt. Dat impliceert al dat je met het ergste rekening houdt. Bij mijn vrouw kwam de klap harder aan dan bij mij. Ze was in tranen. Ik heb vooral verdriet om de mensen die ik achterlaat. De diagnose is voor hen verschrikkelijker dan voor mij.”

Zijn vrouw kreeg vier jaar eerder de diagnose kanker, maar is inmiddels genezen verklaard. Fosko:
“Toen zij ziek was, was ik ten einde raad. Ik voelde me toen zoals zij zich nu voelt: angstig en verdrietig. Je denkt voortdurend: wat moet ik als jij er niet meer bent? Nu ik ziek ben, voelt zij dat op haar beurt en besef ik dat ik er voor haar moet zijn.”

Op dat moment zat hij midden in de voorbereiding van een reünie van zijn De Ragggende Manne. Die is doorgegaan. Fosko:
“Ik ben wat vaker en sneller moe, mijn stem klinkt dunner en ik eet minder gemakkelijk. Maar over het algemeen voel ik me energiek en heb ik niet veel last van die tumor. Ik weet niet hoelang ik nog te leven heb. Wat ik wel weet, is dat de levenslust het op dit moment ruimschoots wint van de doodsangst. Vaak wordt de dood geassocieerd met onrecht en wreedheid, maar ik zie het als pure pech. Ik probeer het te relativeren door deze hele periode te zien als een interessant, leerzaam traject.”

Of hij het gevoel heeft dat hij alles uit zijn carrière heeft gehaald, vraagt de journalist. Fosko:
“Ik denk het wel, zeker als je bedenkt dat ik trouw ben gebleven aan mijn principes. Ik heb er alles aan gedaan niet in een tredmolen te geraken en steeds weer dezelfde dingen te doen. Ik ben snel verveeld en erg nieuwsgierig naar nieuwe dingen. En ik ben eigenwijs en soms een opgewonden standje met een grote bek. Misschien waren er meer deuren voor me geopend als ik een meebuigend karakter had gehad, maar dat zij dan maar zo. Ik mag dan soms een zeurpiet zijn, ik kan alleen maar positief zijn over de dingen die ik nalaat.”

En nu? Fosko:
“Ik wil deze periode graag benutten om voor mezelf te ontdekken wat het leven me heeft gebracht en hoe je om kunt gaan met de eindigheid. Ik denk dat het belangrijk is te investeren in het moment dat het einde zich aandient. Je moet daar niet voor weglopen, je moet erover nadenken. Als je geboren wordt, sta je opeens op de wereld zonder dat je daar zelf bemoeienis mee hebt. Dan is het aan jou er iets van te maken. Zo moet je ook van het einde van het leven iets maken. Ik wil niet dat het als een nachtkaars uitgaat. Ik omarm het leven in plaats van het weg te duwen.”

Ik hoop dat hem nog wat tijd gegeven is.

Archief 2019