Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 35 - 248. I.M. Herman Pouderoyen

donderdag 05 september 2019




[Zie en beluister hier]



Ach, Herman, ik lees dat je dood bent. Zaterdag jl. (als ik dit schrijf, is het woensdag 24 juli) ben je gestorven. Nog jonger dan ik ben: pas 61 jaar.

Ik lees in het persbericht dat je als singer-songwriter vergeleken bent met Maarten van Roozendaal en Alex Roeka. Dat is natuurlijk niet waar of alleen door mensen zonder oren en smaak en dat wist je zelf ook wel. Je was zelfs zo realistisch om mij eens te zeggen dat je dolgraag zo goed had willen zijn als Alex en J.W. en Jeroen (van M en Z) en Maarten en Theo (en Bram en Ramses en – we kunnen nog wel even doorgaan…), maar heus wel wist dat je daarvoor als zanger en als tekstschrijver tekortschoot.

Dat was ook zo. Hetzelfde persbericht meldt dat je in 2006 in de halve finale stond van het Concours om de Wim Sonneveldprijs van het Amsterdams Kleinkunstfestival. Die zin stemde me bijna zo droef als het overlijdensbericht zelf. Van al die festivals herinneren we ons de jaarlijkse winnaar al amper, laat staan de finalisten, laat staan degenen die, zoals jij, bijna in de finale stonden.

Dat ik je nooit heb willen boeken als theaterdirecteur / –programmeur vond je jammer en waarschijnlijk zelfs onterecht. Je liet me wel je teleurstelling, maar nooit je boosheid blijken. Je bleef me zelfs je cd’s toesturen en naar ik me herinner niet eens met cynisme als groet.

Ik lees: “Hij werkte aan het album Het mooiste moet nog komen, maar onduidelijk is of dit ook daadwerkelijk is verschenen.” Die wrange uitspraak had je vast geïnspireerd tot een liedje. Maar ik vrees dat je je gitaar reeds hebt weggelegd toen je het wist: dat niet het mooiste, maar het allerergste ging komen….

Archief 2019