Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 27 - 192. Poetry [5/6]

donderdag 11 juli 2019

Vervolg van gisteren.

 

Op 26 januari 2005 organiseert Poetry International samen met NRC Handelsblad en de NPS het televisieprogramma De Avond van het Gedicht, waarin de tweede Dichter des Vaderlands bekend wordt gemaakt. 
Komrij gaf een jaar te vroeg aan dat hij er tabak van had. Bart FM Droog, de eeuwige vijand in de struiken, organiseerde op zijn website Rottend Staal een alternatieve verkiezing en riep Simon Vinkenoog uit tot interim-Dichter des Vaderlands. Vervolgens mocht het volk via een website de nieuwe, officiële dichter kiezen. Die verkiezingen werden ontsierd door een beveiligingsfout op de site, waardoor zowel het stemgedrag als alle persoonsgegevens zichtbaar werden. Er waren frauduleuze stemmen. Dichters stemden meerdere malen op zichzelf. Betrokken organisatoren stemden. De pers dook er vrolijk op. Bart FM Droog, wiens levensdoel de ondergang van Poetry International leek, schreef een open brief aan de Koningin. “Wij verzoeken U om deze met een walm van fraude omgeven verkiezing te stoppen, de stuntelende organisatoren te ontheffen van hun taak en een onpartijdige club van wijzen aan te stellen die een voorstel doet voor een nieuwe kandidaat.”
De brief werd ondertekend door dichters als Ingmar Heytze, Lucas Hüsgen en Erik Jan Harmens. Een dag later kreeg ik een telefoontje van een hoge ambtenaar van het Ministerie van OCW. Of ik even voor hem een antwoord op de brief van Droog kon dicteren.

Om een beetje op de hoogte te blijven van al het gelazer surf ik rond op internet. Golven haatmail en andere digitale aantijgingen, gericht tegen Poetry, de NRC […] en tegen mij persoonlijk. Ik ben een bedrieger. Een machtswellusteling. Ik heb buitenechtelijke affaires. Bastaardzonen. Ik ben er zelf een. Van Prins Bernhard. […]
Er rolt een verrassende koploper uit de Dichter Des Vaderlands-leaks. Light-versedichter Driek van Wissen uit Groningen. Mikpunt van spot nadat hij campagnepennen had laten bedrukken met de tekst: “Wie vakkundig kan beslissen / in de jaren des verstands / is er voor dat Driek van Wissen / Dichter wordt des Vaderlands.” […]
Drieks koppositie blijkt schier onbereikbaar. Met zijn grootscheepse campagne vol pennen, folders, affiches en kerstzegels laat hij alles en iedereen ver achter zich. Er is nog niets officieel, maar de wereld van de poëzie is alvast in rep en roer. Joost Prinsen en de zijnen dansen vrolijk de tarantella door de studio’s van de NPS. De Koninklijke Bibliotheek trekt zich schielijk terug in de Haagse schaduw, NRC pendelt tussen de afkeer van lichte poëzie en het verlangen naar reuring en Droog kirt opgetogen vanaf zijn digitale eiland. Poetry International hangt aan het kruis en zoekt naar de kracht om publiekelijk zo nonchalant mogelijk “Ach, alle aandacht voor poëzie is goed: te roepen. 
Ik maak me zorgen over het televisieprogramma, dat langzaam de contouren van een dorpskermis krijgt. Gerrit Kouwenaar, die zijn Gedichtendagbundel komt presenteren, dreigt zich terug te trekken. Ik neem het hem niet kwalijk. Veel dichters van zijn generatie nemen een ambivalente houding aan tegenover Gedichtendag. Blij met de grote aandacht voor poëzie, maar argwanend tegen al te veel kermis en een overdaad aan lichte poëzie. […]

Over de nieuwe Dichter des Vaderlands weet het volk, behalve het feit dat ene Van Wissen uit Groningen aan kop gaat, nog van niets. De NPS is als de dood dat de winnaar uitlekt, net als bij de AKO in 2003. Ik bel presentator Joost Prinsen en we komen tot een compromis. Poetry en de NRC houden tot aan het televisieprogramma de kaken stijf op elkaar, bellen geen enkele journalist, maken niets onder embargo bekend en de regie van het televisieprogramma ruimt voldoende tijd in voor de Gedichtendagbundel van Gerrit Kouwemaar.
Het programma begint met vrolijke muziek. Wende Snijders zingt ‘Mens durf te leven’. Prinsen doet een liedje van Willem Wilmink. Kouwenaar krijgt een vraag over de verstaanbaarheid van poëzie. Er volgt een debat tussen Joost Zwagerman, Ilja Leonard Pfeijffer en Ivo de Wijs over het verschil tussen poëzie en light verse.
“Van Wissen bovenaan?”, roept Zwagerman. “Dat is alsof het Cocktail Trio de Grote Prijs van Nederland wint.” 
Als het debat zachtjesaan wat grimmige vormen aanneemt, start de regie een filmpje over het kandidaatschap voor de stadsdichter van Roermond in. De eerste kandidaat zegt dat al zijn poëzie voorkomt uit zijn ziektes en dat hij op zich altijd wel raad weet met deadlines, maar wel altijd graag van tevoren wil weten wanneer die zijn. De tweede kandidaat geeft aan dat hij als dichter meerdere malen is gestruikeld over de gemeentelijke herindeling van Midden-Limburg.

Dan valt het doek. Driek is koning.
“We zullen als één man achter hem staan”, roept Zwagerman.
“Niets daarvan. Dit is een zwarte dag voor de democratie”, reageert Pfeijffer. Hij weigert de uitgestoken hand van Driek en beent van tafel. In de gang wordt hij opgevangen door de directeur van de Koninklijke Bibliotheek, die iets roept over een spoedig op te zetten schaduwverkiezing waaruit wat hem betreft Pfeijffer zal rollen. Een programmamaakster van de NPS vraagt aan NRC-redacteur Joyce Roodnat of ze de poëzie van Driek de komende jaren nu ook werkelijk gaat plaatsen.
“Wat een onzindelijke vraag”, reageert Joyce. “Wat voor een club zijn we als we deze hele verkiezing optuigen en dan de consequenties ontlopen. We zouden terecht volledig uitgekafferd worden. 


Wordt vervolgd.

Archief 2019