zaterdag 06 juli 2019
Vervolg van gisteren.
Arabische kinderen worden op school gestimuleerd poëzie te lezen en te schrijven. De Arabische poëzie is niet elitair, eerder populair: scholen organiseren onderling poëziewedstrijden en op televisie zijn er prime timepoëzieprogramma’s. Dat was wel even wennen, toen ik in Nederland het poëzielandschap ging verkennen. In de Westerse wereld is poëzie een kleine wereld van fijnproevers en zijn gedichten voornamelijk een weerslag van de particuliere zielenroerselen van de dichter zelf. Maar gaandeweg zag ik dat ook daar kracht in school, zeker toen ik kennismaakte met de jongere generatie dichters. Met hun persoonlijke poëzie en spoken word weten zij juist veel jongeren te bereiken. […]
De Syrische dichter Adonis speelt een belangrijke rol in mijn leven. Ik leerde hem kennen toen ik al in Nederland was. Hij werd geboren als Ali Ahmad Saïd. Via Bagdad is hij uiteindelijk als banneling in Parijs terecht gekomen. Hij is een echte vrijdenker en dat bracht hem geregeld in conflict met de autoriteiten. Hij vindt dat de Oosterse wereld te weinig ruimte biedt voor het nieuwe en creatieve en dat de Westerse wereld wijsgerige en dichterlijke tradities verloochent. Zijn gedichten tonen dat Wij en Zij twee kanten van dezelfde medaille zijn. Zo wijst zijn poëzie mij de weg naar een nieuw soort burgerschap. In ballingschap dacht Adonis terug aan zijn kindertijd. Ook hij groeide op in een armoedig bergdorp. Toen hij 12 jaar oud was, kwam de Syrische president op bezoek in een naburig dorp. De jonge Ali Ahmad Saïd ging er heen, drong zich naar voren en riep dat hij een gedicht wilde voordragen. Dat mocht en de president was onder de indruk. Hij vroeg hem wat hij als beloning wilde. Ik wil naar school, antwoordde Ali Ahmad. En zo geschiedde.
In Nederland is naar school gaan zo vanzelfsprekend, dat we soms vergeten hoe veel verschil onderwijs maakt in een mensenleven. Je talenten tot bloei brengen, is de beste investering in je toekomst. Onderwijs is de weg uit de armoede. In mijn geboortedorp kwam er geen hoogwaardigheidsbekleder op bezoek, maar een onderwijzer: die jongen heeft een goed stel hersens. Hij moet naar school, zei hij tegen mijn grootvader en moeder. Dat vonden ze in eerste instantie niet zo’n goed idee. Ik ging toch al naar de Koranschool? Bovendien moest ik water halen en helpen op het land. Maar de onderwijzer hield voet bij stuk. Drie jaar geleden had ik een emotioneel weerzien met hem. Zonder zijn overtuigingskracht had mijn leven er heel anders uit gezien.