vrijdag 05 juli 2019
Ter gelegenheid van de vijftigste editie van Poetry International (13 t/m 16 juni) verscheen niet alleen De mooiste gedichten van de wereld, maar ook een bundel met de persoonlijke keuze van 50 gedichten uit de wereldpoëzie door Ahmed Aboutaleb. Titel: Lees!

Daaronder drie gedichten van Abdelkader Benali, waarvan Inburgering 2.0 al eerder in deze rubriek stond (lees hier) en Ode aan de vrijwilliger nu (lees hier).
Als motto van de uitgave koos Aboutaleb een regel van Jules Deelder: De Omgeving van de Mens is de Medemens. Die kennen we als neosign op een muur aan de Rotterdamse Nieuwe Binnenweg.

Daarna volgt een persoonlijk voorwoord van de door velen (zeker ook door mij) hooggewaardeerde Rotterdamse burgemeester. Daaruit enkele citaten:
Het is een selectie geworden die voor mij persoonlijk veel betekent, doordat ze een brug slaat van de ene mens naar de ander. De thuisstad van Poetry, Rotterdam, leerde ik gaandeweg als een poëtische stad kennen, in weerwil van het stoere, zakelijke imago. Ze zullen het misschien niet hardop zeggen, maar onze vuilnisophalers zijn trots op de dichtregels op hun vuilniswagens. […]

Poëzie heeft van jongs af aan een belangrijke rol in mijn leven gespeeld. Thuis hadden we geen kranten, tijdschriften of boeken, laat staan televisie, maar wel een kleine transistorradio. ’s Avonds in mijn bed luisterde ik stiekem naar voetbalverslagen, muziek en hoorspelen. Dat kwam mij regelmatig op een reprimande te staan, want de batterijen voor de radio waren duur. Ik herinner mij een verhaal over een held op een vliegend paard, een soort Superman. Veel begreep ik er niet van, maar het dwingende ritme en rijm trokken me het verhaal in. Ofwel, ik ontdekte de ‘extra dimensie’ van poëzie; hoe het je verbeelding prikkelt voorbij de grenzen van wat logisch lijkt.
In de islamitische cultuur is poëzie nogal aards; verbonden met alle belangrijke gebeurtenissen in het leven: geboorte, huwelijk en dood. Ook de Koran is geschreven in een cadans, zodat de tekst onthouden kan worden als een gedicht. Toch is de Koran bepaald niet positief over dichters. In een hoofdstuk dat aan hen is gewijd, staat geschreven: en wat de dichters betreft, de dwalenden volgen hen. Het je dan niet gezien hoe ze in elke vallei ronddolen en nooit doen wat ze zeggen? […]
In de Arabische poëzie hebben dichters altijd de stem van de onderdrukten vertolkt, vaak met gevaar voor eigen leven. Mijn moeder drukte me op het hart om geen dichters of politicus te worden; ze had te veel bekenden om die reden achter de tralies zien verdwijnen….
Wordt vervolgd.