woensdag 12 juni 2019
De Weergever – kwartaalblad van de Vereniging van verzamelaars van historische geluidsapparatuur en geluidsdragers – bestaat veertig jaar en ter gelegenheid daarvan verscheen het cadeau aan alle abonnees: De Weergever. 40 jaar weergegeven in woord en beeld.

In die jubileumuitgave staan bijdragen van leden in de vorm van een artikel over hun hobby of een daaraan gerelateerd onderwerp. Mijn oog viel meteen op de bijdrage van Henk van Gelder. Dit vanwege de titel: Waar komt het befaamde lied over Het hondje van Dirkie vandaan?
Het is altijd toegeschreven aan Davids’ spookschrijver [*] Jacques van Tol, maar blijkt zo goed als zeker door Louis Davids zelf geschreven te zijn en helemaal zeker is dat Davids het ook zelf gezongen heeft. Zo schreef een toonaangevende criticus: “Tot slot een Jordaansch geval, vol humor en sentiment, van een jongetje dat een aangereden hondje vindt, thuis wegstopt en verzorgt.” Ook het affiche van het toenmalige Louis Davids-programma vermeldt de titel:

Tot slot een anekdote, niet uit het artikel van Van Gelder, maar van mezelf. In de jaren tachtig hadden wij een werkster. Zij was dol op Wim Sonneveld en ik had haar geleerd hoe zij wekelijks zijn Mooiste Liedjes-cd door het huis kon laten schallen. Ik had de cd-speler zo geprogrammeerd dat alle liedjes van de cd klonken op één lied na: Het hondje van Dirkie. Dat lied vond zij zo aangrijpend; dat kon zij niet aanhoren. Op een dag heeft zij per ongeluk niet het door mij geprogrammeerde bestand geselecteerd, maar de originele cd. Op het moment dat Het hondje van Dirkie begon, stond zij bovenaan de trap te boenen en viel zij van schrik achterover naar beneden. Zij brak een rug- en nekwervel en heeft daarna nooit meer gewerkt.
[*] Titel van de monografie van Henk van Gelder over Het raadsel Jacques van Tol (Amsterdam, 1992).