maandag 03 juni 2019
Vervolg van hier.
Inmiddels dus over vijf van de zes genomineerde bundels geschreven. Nu rest alleen nog Stalker van Joost Decorte.
Joost Decortes bundel moet het doen zonder aanprijzingstekst op de achterkant en zonder beeld of informatie over de auteur. Die zoeken we dan maar op. Hij is in 1971 geboren in Hove (Vlaanderen) en studeerde filosofie en kunstgeschiedenis. Stalkeri s zijn debuut.
Een stalker is iemand die zich begeeft op verboden terrein. In de betekenis zoals wij die kennen, draait het om de persoon: iemand die een ander obsessief volgt en lastigvalt. Maar in de film Stalker, van de Russische regisseur Andref Tarkovski (1932-1986), staat niet die persoon, maar dat verboden gebied centraal. In dat landschap is zoveel mysterieus gebeurd, dat het tot verboden gebied is verklaard. En juist dan zijn er mensen – de stalkers zoals wij die kennen – met een niet te temmen diep verlangen erheen te gaan. Want men is ervan overtuigd dat daar de huizen met personen zijn waar wensen gerealiseerd of hersteld worden, ook al weet men nog niet of niet meer precies wie of wat men zoekt.
Joost De Corte is de stalker in de dichter en de dichter in de stalker. Hij wil geheimen ontrafelen, antwoorden vinden op vragen over gebeurtenissen, gewoontes, gedragingen en nog zoveel meer wat besloten is of in iets besloten ligt. Is het verboden gebied dat hij betreedt de poëzie? Gaat het hem lukken daarop vat te krijgen?
Rutger Kopland dichtte: Wie vindt, heeft slecht gezocht en de wijsheid dat het niet gaat om het doel maar om de reis ernaartoe is aan velen toegeschreven. Gelukkig is ook Joost Decorte zo’n zoeker, zoals in het zesde gedicht (van negen) in de afdeling Nervatuur van de afstand. Dat kende ik al, uit de bundel Verstrooid papier, die in 2012 verscheen. Hij schreef het naar aanleiding van een foto, achtergelaten in een tweedehands boek. (Mooi onderwerp voor binnenkort, want Verstrooid papier is, hoewel dus al wat ouder, een bijzondere uitgave.)
O ja, of Decorte de grote poëzieprijs gaat winnen? Nee, dat denk ik niet.