Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 18 - 131. De mooie dingen

zaterdag 11 mei 2019




De monografie die theaterhistorica Xandra Knebel (1967) schreef over Jenny Arean (pseudoniem van Jenny Klarenbeek, 1942) ligt al sinds november op mijn werktafel. Ik las haar onmiddellijk en blader er nu nog wel eens in. 
Goed dat er zo helder in doorklinkt hoe eigenzinnig Arean was en is: voorbestemd een tienersterretje te worden, in navolging van Willeke Albert en Anneke Grönloh, maar al jong (en oud nog steeds) principieel opererend vanuit het motto: wat ik maak, bepaal ik zelf!
Voor haar eigen theaterprogramma’s – met indrukwekkende muzikale solo’s tussen 1985 en 2010 – maakte zij een keuze uit de bestaande teksten die zij wilde zingen van onze belangrijkste literaire liedauteurs: Jan Boerstoel, Hans Dorrestijn, Ivo de Wijs en Willem Wilmink. En ook bepaalde zij over welke onderwerpen en met welke invalshoeken zij nieuwe liederen wilde laten schrijven door dezelfde namen en door anderen binnen haar schrijfteam, zoals Jurrian van Dongen en George Groot. Haar bewondering voor al deze auteurs (en andersom!) klinkt door in haar vertolkingen en in de interviews die Knebel met haar had voor dit boek. 


Dit boek: een project waar zij aanvankelijk niet veel zin in had, lezen we al meteen in Knebels voorwoord en dat verklaart mogelijk waarom de inhoud nogal aan de oppervlakte blijft. Ik begrijp ook niet zo goed waarom Knebel, behalve Arean zelf, slechts (en ook nog eens eenmalig) sprak met haar tekstschrijvers George Groot en Ivo de Wijs, haar impresario Brigitte van Gool en haar zangleraar Ale van Dijk. Waarom bijvoorbeeld niet met de collega’s met wie zij duoprogramma’s maakte: Willeke Alberti, Wende Snijders en Lucretia van der Vloot? Of met Joost Prinsen, met wie zij Tip Top speelde? En bovenal: waarom niet met haar vaste regisseur Ruut Weissman? Juist hij is iemand die vakmatig met meer afstand kan kijken. En ik mis de stem van haar pianist-componist Martin van Dijk (1946), maar daar kan Knebel niets aan doen: Van Dijks stierf in 2016, 69 jaar oud.

Achterin het boek staan tien voor Arean belangrijke liedteksten: een van Ischa Meijer, met wie zij van 1980 tot 1982 getrouwd was, een van Hans Dorrestijn en een van Robert Long. Twee bijdragen zijn van Jan Boerstoel, George Groot en Ivo de Wijs. Blijft nummer tien over: De mooie dingen, geschreven door Jurrian van Dongen. Ik nam het lied op in Gedicht Gedacht (lees en luister hier), omdat het motto ervan voor honderd procent op die en deze dagelijkse rubriek van toepassing is. Namelijk: dat ik die schrijf om onderweg de mooie dingen aan te wijzen.

 

 

Archief 2019