Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 16 - 117. Tien jaar later [1/2]

zaterdag 27 april 2019



Je mist meer
Dan je meemaakt

Helemaal
Niet erg


Dat was zijn gedichte Credo. Maar later volgde Credo (extended version):

‘Je mist meer
Dan je meemaakt’

Heb ik wel eens gezegd
En: ‘helemaal niet erg’

Je mist meer dan
je wilt, zeg ik nu
En: dat is andere koek


Jaja, dat is andere koek.
Onvoorstelbaar dat het vandaag – als ik dit tik, is het maandag 22 april – tien jaar geleden is dat Martin Bril op 49-jarige leeftijd overleed. Onvoorstelbaar ook dat hij nog nooit een plekje kreeg in de rubriek Gedicht Gedacht. Maar dat verandert nu.

Martin Bril was een goede observator (lees hier) en daaraan dankt zijn werk zijn kracht, ook als dichter. Hij was geen groot schrijver en dus ook geen groot dichter. Dit omdat hij onmachtig was verder te reiken dan de observatie en zijn verslag daarvan. Hij had, zeker de laatste jaren van zijn leven, gewoonweg te veel haast. 
Maar hij noteerde wel een aantal mooie dichterlijke invallen. Ze zijn gebundeld in Verzameld werk (2002) enVerzameld werk. Deel 2 (2004). 
 





Ik heb hem niet goed gekend, maar met Ronald Giphart en Bart Chabot trad hij een aantal keren op in mijn Koningstheater. (Als eerbetoon aan hun overleden collega-auteur noemen zij zich sindsdien Trio Giphart & Chabot.)  Dan sprak ik hem en in de loop der jaren werd dat intensiever en uiteindelijk kwam hij zelfs een uurtje eerder om bij te praten, zeker nadat hij hersteld was van de darmkanker die hem in 2001 trof.

Ik vond hem aardig, maar begreep van mensen die hem beter kenden dat hij een andere, egocentrische kant had; veel vrienden had hij dan ook niet en wilde hij ook niet. Hij kampte twintig jaar lang met een alcohol-, coke-, gok-en seksverslaving en de twaalf jaar die hem daarna nog gegeven waren, werkte hij veel te hard, want hij wilde de ‘verloren tijd’ inhalen. Voor Het ParoolVrij NederlandNRC HandelsbladVPRO(-radio) en De Morgen schreef hij toen zo’n tien stukken per week over zeer uiteenlopende onderwerpen. Portretten van popmuzikanten, een feuilleton rond Evelien, vrouw ‘van deze tijd’, sfeerimpressies van zijn dagelijkse reizen door Nederland, waarmee hij zijn lezers meenam in zijn leven (zelfs naar het ziekenhuis van zijn kankerbehandeling - lees hier) en nog veel, veel meer. 

‘De verloren tijd inhalen’, was hem overigens niet gegeven: in de zomer van 2008 werd hij opnieuw getroffen door kanker – nu slokdarmkanker – en die ziekte overleefde hij geen tweede keer.

Wordt vervolgd.

Archief 2019