donderdag 25 april 2019
Vervolg van gisteren.
Het zijn gelukkig niet alleen kopdichten, want die methode vond ik bij Ronald Snijders (lees hier) al vergezocht. Iedereen verbleekt naast een bietensmoothie bestaat uit een heuse readymade (lees hier), gevolgd door vijf kopdichten en twee gedichten (lees er een hier) waarin we de dichteres van De maagden moeten bloeden, Brouwers poëziedebuut uit 2018, herkennen.
Kopdicht
Het tweede boekje, Lieve, begint eveneens met een (soort van) readymade, gevolgd door twee gedichten, zes kopdichten en vier boodschappen aan overledenden, aangeduid als E, A, J en voor H altijd voor H. Jullie worden gemist. H is dan ook Lieve.
De vijfde gestorvene, W, schreef een soort van voorwoord:
…Ieders dagen zijn geteld, die van mij inderdaad nu getelder. Dat is geen Nederlands, maar duidt vrij precies waar het om gaat. Uiteindelijk zitten we in hetzelfde schuitje mar ik sta op de voorplecht. Je hebt eigenlijk geen voorstellingsvermogen nodig, eerder het zelfbesef van eindig te zijn. Sorry, als ik wat streng klink. Ik zoek nog naar de juiste toon…
Wilbert Cornelissen (1958-2018).