Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 9 - 68. Detlev [1/3]

zaterdag 09 maart 2019



De naam Detlev van Heest kende ik alleen van Ik ben ik niet, een bundel, uit 2014, met bespiegelingen en  boekbesprekingen die J.J. Voskuil (1926-2008) in de jaren vijftig schreef, dus vóórdat hij Bij nader inzien (1963) en de zeven delen van Het Bureau (1996-2000) publiceerde. 
De helft van Ik ben ik niet bestaat uit de weergave van gesprekken die Detlev van Heest had met Voskuils weduwe Lousje Haspers en daaruit bleek al Van Heests bijzondere schrijfstijl: zakelijk, nuchter, humoristisch, zeer eigenzinnig en meester van de dialoog – echt een literaire zoon van Voskuil dus, met wie hij de laatste jaren van Voskuils leven ook bevriend was geraakt.

‘Vroeger was een boek nog een gebeurtenis. Een boek!’
‘Dat krijgen ze nu met
Ik ben ik niet.’
‘Als ze dat tenminste nog lezen. Ze hebben er geen tijd meer voor.’
‘Dan dragen we met dit boek de literatuur ten grave. Het is het passende besluit van de literatuur. Hierna kan de boekdrukkunst worden afgeschaft.’
Ze lachte. ‘Ja, het passende sluitstuk.’
‘De recensenten zullen zich op
Ik ben ik niet storten.’
‘Zou het?’ Ze stond op. ‘Wil je een boterham?’

Ook van de flaptekst:
Detlev van Heest (1956) is parkeercontroleur in Hilversum en de schrijver van De verzopen katten en de HollanderPleun en Het verdronken land.


Boeken die ik niet kende dus, maar toen kocht ik die bibliofiele uitgave: In de hof van Van Eeden, prachtig uitgegeven door Hof van Jan. En ik dacht: o ja, Voskuil... En ik las In de hof van Van Eeden, vond het boekje prachtig en schreef er toen ook over (lees hier). Ik wist: die naam moet ik onthouden.

Wordt vervolgd. 

Archief 2019