Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 10 - 71. Jip wordt acht

dinsdag 12 maart 2019


Jip aan de Merwede


Vaste lezers weten nu van reu Ol  - kruising van een Chihuahua met… ja, met wat: een keeshond? – en wisten al veel langer van poes Cloch’. Het derde dier is teefje Jip. Vandaag jarig en daarmee weer net zo oud als Ol, met wie zij al haar hele achtjarige leventje samen is. Beide beestjes zijn onafscheidelijk.

In de Stroomwaard werk ik beneden en wonen wij boven. Jip is een (kruising met een) teckel en de bouw van dat ras geeft veel kans op rugklachten en verbiedt haar daarom te traplopen. En dus dragen wij haar voor elke wandeling naar benden en erna weer naar boven.

Ik heb een paar jaar geleden een staaroperatie ondergaan en zie sindsdien met één oog goed van dichtbij en met één oog goed van veraf. Ik heb daar lang aan moeten wennen, maar vind het uiteindelijk toch een luxe, want ik heb nooit meer een bril nodig: niet in de auto, niet om te lezen.
Maar toch is er één probleem: met het zien van diepte klopt er vanaf dat moment iets niet, waardoor traplopen beangstigend is. 

Roltrappen mijd k sindsdien, maar ook de trappen aan de rivierdijk – van de dijk naar het water – durf ik op noch af. En helaas zie ik ook in de trap van en naar de eerste verdieping van ons woonhuis alleen maar gevaar.

Al sinds wij hier wonen, droom ik ’s nachts dat ik met Jip naar beneden val. Sinds de vele dagelijkse tochten, waarmee er routine in het dalen en dragen kwam, leek dat over. Maar sinds de afgelopen week leggen onbekenden opeens dingen op de trap – dozen,  flessen en anders obstakels –, waardoor ik toch weer val.
 


Nou ja, in mijn dromen dan, niet in het echt, want daarin zal haar, ook de komende acht jaar, niets gebeuren. 

Archief 2019