Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 4 - 31. Vrijheid [5]: Jeroen Eisinga

donderdag 31 januari 2019

Laastste vervolg van de Vrijheid-keuzes 1968-1978, 1979-1988, 1989-1998 en 1999-2008.

Te beginnen met alleen het beeld: een compilatie van 1 minuut van de 19 minuten durende zwart-witfilm Springtime van en met Jeroen Eisinga.Kijk hier

 


 

In het openingsshot van de film Springtime zit kunstenaar Jeroen Eisinga aan een tafel. Hij kijkt de toeschouwer recht aan. Zijn hoofd is geschoren en kleine stukken van zijn armen zijn bloot. Doordat de film in zwart-wit is gedraaid, duurt het even voor je beseft wat de dikkige, trillende substantie is die de rest van zijn lichaam bedekt: bijen. Tienduizenden, honderdduizenden bijen, die nerveus zoekend om Eisinga heen cirkelen en vooral: zich wellustig op zijn lijf nestelen. Hoe vaak wordt hij gestoken? Wat gebeurt er als er een bij in zijn mond kruipt, in zijn neus, op zijn ogen gaat zitten? Tijdens de film neemt het aantal beesten op Eisinga’s lijf ook nog eens toe, alsof ze hem in een deken wikkelen, alsof ze hem onttrekken aan de mensenwereld en meesleuren in hun bijenuniversum. Eisinga, ondertussen, blijft doodstil zitten – hij laat het gebeuren. Waarom in vredesnaam? Wat wil hij duidelijk maken met deze levensgevaarlijke act?

Enkele jaren voordat Jeroen Eisinga (1966) aan 
Springtime begon, had hij een opleiding tot screenwriterafgerond aan het American Film Institute in Los Angeles. In die tijd raakte hij gefascineerd door de handeling van het schrijven: als schrijver zit je, zo bedacht Eisinga, zo goed als onbewogen aan je bureau, terwijl ondertussen via je hoofd en je hand de grootste, meest turbulente gedachten op het papier of de computer belanden. Dat was het eerste idee achter Springtime en de reden dat Eisinga in de film met zijn rechter (schrijf)hand op de tafel leunt: de bijen waren een symbool voor de woorden die een schrijver onzichtbaar van hoofd naar papier laat vloeien. Maar toen Eisinga de film eenmaal had gemaakt, was de betekenis gedraaid en bleek een heel ander thema dat steeds weer in zijn oeuvre opduikt veel belangrijker: de vraag in hoeverre je als kunstenaar intense ervaringen kunt tonen, of het ooit mogelijk is gebeurtenissen als leven, dood, pijn en vervoering via je werk over te brengen – en hoe ver moet je daarvoor gaan?       

Archief 2019