Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 4 - 29. Maarten [2]

dinsdag 29 januari 2019

Vervolg van gisteren.

 




Op 1 juli 2013 overleed Maarten van Roozendaal. Op die dag stierf ook Johan de Jong. Voor de tweede keer. Want als elfjarig jongetje was hij ook al eens overleden. Aangereden op de Zeeweg, die loopt van Heiloo naar Egmond aan Zee. [...]

Toen Maarten zeven was, leerde hij Johan kennen. Ze zaten niet op dezelfde lagere school, maar waren buiten de schooluren onafscheidelijk. [...]
Toen Johan verongelukte zat Maarten op school. Een klasgenootje kwam het klaslokkaal binnen: "Volgens mij heeft Johan weer wat. Ik zag hem onder een auto liggen." Maarten bleef verstijfd in de  bank zitten. Na de laatste bel stormde hij naar Johans huis. Zijn opa deed open, helemaal verdwaasd en zei: "Ik ben bang dat je Johan nooit meer zult zien." Vervolgens sloot hij de deur. Thuis jankte Maarten de longen uit zijn lijf. Hij ging niet naar het ziekenhuis of mortuarium, omdat hij hoorde dat zijn vriendje er vreselijk uit zag. Op de begrafenis duwde hij de kist, die op wieltjes lag, voort. Men zei tegen Maarten dat Johan nooit weg zou gaan, zolang hij maar aan hem dacht. En dus dacht Maarten als een gek aan zijn vriendje. Hij kon de realiteit niet aan dat Johan er echt niet meer was. De dood zou het overheersende thema worden in het werk van Maarten van Roozendaal.

Aldus Patrick van den Hanenberg in zijn biografie. Diezelfde gebeurtenis staat centraal in dit filmpje (VPRO, 3 juli 2013), waarvan hier de tekst.
En Van den Hanenberg vertelde er de afgelopen week (dinsdag 29 januari) mooi over op Kunststof-radio: luister (en kijk) hier

Archief 2019