Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 4 - 27. Willem Wilmink [3]

zondag 27 januari 2019

Vervolg van gisteren.



Met het feminisme had hij altijd moeite gehad. Polarisatie tussen mannen en vrouwen vond hij verkeerd. […] ’Beide groepen zijn altijd tekortgekomen: de vrouwen in maatschappelijk, de mannen in emotioneel opzicht.’ Tegenover zijn mannelijke vrienden liet hij zich aanzienlijk ongenuanceerder uit. Aan feministen die actievoeren onder de leus ‘Wij Vrouwen Eisen’ had hij een allergie overgehouden. ‘Mannen zouden ook wel eens wat mogen eisen […]: geen gezeur aan hun kop, bijvoorbeeld, en niet meer op jeugdige leeftijd de kans lopen om dood in het prikkeldraad te hangen vanwege een militair conflict waar je niets mee te maken hebt.’ [Aan Frank Verhallen, 25-7-1985.] Van het onbehagen bij de vrouw begreep hij niets. 
‘Als je man zijn salaris niet verzuipt en je nooit slaat, wat heb je dan toch te klagen? Die klagers zouden een voorbeeld moeten nemen aan de feministen van het eerste uur: Aletta Jacobs, Mina Kruseman. Die wisten precies waar ze ontevreden over waren, en dat probeerden ze, vrolijk fluitend, te veranderen. Die waren uit op het geluk van vrouwen. En niet op de erkenning van elkaars ongeluk.’ [Aan Frank Verhallen, 8-4-1987] 

Archief 2019