vrijdag 18 januari 2019
Ik behoor niet tot Claudia de Breij haar grootste fans. Ik vind haar als persoon bijzonder aardig en haar hart zit precies op de goede plaats, maar als cabaretière… Haar optredens zijn, ondanks haar scherpe visie op mens en maatschappij, zo gepolijst, zo netjes – ja, noem het maar braaf. Weloverdacht als de stichtelijke woorden van de dominee, die het wel gezegd wil hebben, maar intussen niemand voor het hoofd wil stoten.
Maar… daarom moeten we er blij mee zijn dat juist zij het is die Kees van der Staaij publiekelijk aanspreekt op het feit dat hij de Nashville-verklaring ondertekende. Want kritiek van iemand die toch al niet aan jouw kant staat, valt gemakkelijker weg te wuiven dan die van een vermoed gelijkgestemde.
Wat schreef Claudia deze week in haar column in de VARA-gids? Een fragment:
Lieve Kees, […].Je bent te ver gegaan […].Ik zeg de vriendschap op. Jaren geleden schreef jij dat ouders van het gelijke geslacht niet gelijk waren aan andere ouders. Ik schreef toen op twitter dat jij moest branden in de hel […] en veel mensen werden boos op mij. Jij was mans genoeg om je niet te wentelen in de boosheid van die anderen. Je had daarvan kunnen profiteren als je wilde, want er was veel meer aandacht voor de hardheid van mijn woorden dan voor die van jou. Maar dat deed je niet. In plaats daarvan nodigde je mij uit voor een kopje koffie. Ik kwam naar Den Haag, we hadden een mooi en zinnig gesprek. Jij probeerde me ervan te overtuigen dat ‘niet gelijk’ voor jou niet betekende ‘niet gelijkwaardig’. Ik probeerde je uit te leggen dat de hel wat mij betreft niet echt is en dat ik mijn gezin, dat wel écht is, niet laat wegzetten als ‘niet gelijk’. Er waren over en weer natte ogen. Ik vond het een heel mooie middag.
Later hebben we, bij mij thuis […], nog langer en uitgebreider gepraat en we bleken het over veel meer zaken eens dan oneens te zijn. […] Het kàn dus, ondanks verschillen in levensovertuiging wezenlijk contact maken. Daar hadden we – volgens mij – allebei veel plezier in.Nu ondertekende je een verklaring waarin je mensen die het bestaan leiden dat ik leid, ontkent. Erger nog, mensen die door de hel moeten van geboren zijn in een lichaam waarin ze niet thuishoren zet je weg als dwaallichten die een ideologie najagen in plaats van het recht om te zijn wie je werkelijk bent.
Dat doe je waarschijnlijk om homeopathische verdunning van je achterban te voorkomen. […] Het zal de moeite wel waard zijn, voor die ene zetel meer of minder. Die heb je dan weer veilig gesteld. Dat kùn je doen. Wat níet kan, is het allebei willen. De zetel van de hardliners terug èn het leuke, open (en naar mijn idee waarachtige) contact met mensen zoals ik, de mensen die je vertrapt in je verklaring.
Dus hier scheiden onze wegen, Kees. Het was mooi zolang het duurde, maar nu is het voorbij. Mocht je van gedachten veranderen en je openlijk distantiëren van de smerigheid uit de Nashville-verklaring, dan is er – ook in mijn rechte leer – altijd nog ruimte voor vergeving.

Op de site van de SGP antwoordt Van der Staaij. Ook daaruit een (zij het veel kleiner) fragment:
Lieve Claudia, Het raakt mij meer dan jij denkt, dat jij de vriendschap opzegt. Natuurlijk keek ik niet vreemd op dat mijn mailbox in de afgelopen dagen volstroomde met boze berichten. Dat kan je verwachten als in alle media te horen en te zien is dat de naam van Kees van der Staaij onder ‘een anti-homopamflet’ zou staan.
Eerlijk gezegd hoopte ik dat jij anders zou reageren. Misschien naïef van mij hoor. Jij had al een keer je nek uitgestoken door als progressieve vrouw serieus te luisteren naar die opvattingen van mij ‘die echt niet van deze tijd zijn.’ Het houdt wel een keer op, ik snap het.
Maar vind je het raar, dat ik er ook niet van opgekeken zou hebben dat juist iemand als jij zou zeggen: “Wacht even, zo zit hij niet in elkaar? Ik zou wel eens willen weten hoe het nu zit.” Zoiets…
Ik lees een handreikende dialoog in plaats van monologen vol zelfgelijk. En nu maar hopen dat Claudia doorpakt komende week. Ik zou wel eens willen weten hoe het nu zit? Ja dus!