Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 2 - 19. Huilen om een foto

zaterdag 19 januari 2019



Prachtige, hartverscheurende bijdrage van Merel Bem vandaag (zaterdag 19 januari) in de Volkskrant. In de rubriek Beeldvormers beschrijven journalisten wekelijks hoe een foto onze kijk op de werkelijkheid bepaalt. Vandaag dus deze foto, waarop de ouders van Matthew Shetterly luisteren naar het hart van hun zoon dat klopt in het lichaam van Erv Basdon.

Ik citeer Merel Bem:
Een lever kun je niet horen, die doet stilletjes zijn werk in het lichaam. Daarom luisteren de ouders van de 23-jarige Matthew Shetterly uit Maryland in de Verenigde Staten niet naar de lever maar naar het hart van hun overleden zoon, dat sinds twee jaar klopt in het grote lijf van Erv Basdon. Beide organen kreeg Basdon van Matthew, die in 2014 overleed na een overdosis heroïne. Zijn vader vond hem op de vloer van zijn kamer, een naald in zijn arm. Hij probeerde het hart van zijn zoon weer aan de gang te krijgen, maar het was te laat. Pas vorig jaar hoorde hij het weer kloppen, toen hij en zijn vrouw een stethoscoop tegen Basdons borstkas duwden. […]
De foto […], gemaakt door een andere zoon van het echtpaar Shetterly […], belandde vorige week op mijn keukentafel, waaraan ik er een tijdje om heb zitten huilen. Dat kwam in de eerste plaats door het zichtbare, stille verdriet van die ouders. […] Wanneer je uit alle macht luistert naar het bonzende hart van je overleden kind, dan huil je waarschijnlijk zo zacht mogelijk, om geen enkele slag te missen. Het zal een gek soort verdriet zijn: diepe rouw met wellicht een sprankje blijdschap, dezelfde blijdschap die je als aanstaande ouder voelt wanneer je voor het eerst het hartje van je ongeboren kind hoort, dat zoveel sneller slaat dan je ooit had gedacht. Je ziet het niet, maar je hoort het wel, het is een kwestie van blind vertrouwen.
23 jaar later luisteren de ouders van Matthew opnieuw naar het hart van hun zoon en hoe anders is het deze keer. Ze krijgen geen echo mee naar huis, de allereerste foto van een kind, die een afdruk is van geluidsgolven die zichtbaar werden op een scherm. In plaats daarvan is er dit beeld, van het moment dat ze horen hoe het hart een doorstart maakte in een ander lichaam, hoe het pompt en zuigt alsof er niets gebeurd is.
Ik was ontroerd door die ouders en hun verdriet, door het aardige gezicht onder de cowboyhoed, door wat ik op deze foto zag en kon aanwijzen. […]
Waar gaat deze foto over? […] Over gelijkheid, denk ik. Want zie: het hart van een jonge, witte en – gezien de lengte van zijn ouders – niet al te grote man ging naar een oudere […], zwarte en grote man, maar die tweede had net zo goed een jonge Aboriginal-vrouw kunnen zijn, of een Chinese transgender. En het enige waaraan die mensen hadden moeten voldoen om het hart van iemand anders te krijgen, behalve enkele lichamelijke, mechanische voorwaarden, zoals een overeenkomstig bloedtype en een goede conditie, was simpelweg: mens zijn. Huidskleur en afkomst? Daar maalt zo’n hart toch niet om. Als het maar mag kloppen. En wie naar deze foto kijkt, ziet precies dat. Dat het klopt.

Archief 2019