Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 49 - Curieus [N] [1]

donderdag 13 december 2018



Op de foto hierboven alle uitgaven van De Nacht van de Poëzie, het evenement dat ik sinds de eerste echte editie (1982) jaarlijks bezocht en waarover ik ook een aantal jaren heb geschreven in Trouw. Zoals in 1994:


Gevarieerde Nacht zonder wanklank 
14 maart 1994

Frank Verhallen

UTRECHT - De poëzie wordt dit jaar een grote dienst bewezen, want zij is tot thema gemaakt van de Boekenweek, die deze week begint. Maar van veel grotere betekenis voor dit literaire genre is dat jaarlijks terugkerende eerbetoon: De Nacht van de Poëzie. Die had dit weekeinde voor de veertiende keer plaats.

'Ik zou wel willen weten waar u zo naar zit te kijken? ', las de jonge Vlaamse dichteres Jo Govaerts. Vorig jaar sloot zij de Nacht van de Poëzie af en het is traditie dat diegene de nieuwe editie opent. In vroegere edities had deze vraag kans gemaakt op een gevat antwoord, want toen was het publiek luidruchtiger en lastiger. Sommigen beschouwden de optredende dichters zelfs als hinderlijke onderbreking van muziek en gezelligheid. De laatste jaren brengen de meeste toeschouwers in het steevast uitverkochte Vredenburg het steeds beter op vele uren achtereen aandachtig te blijven luisteren naar de performances van dichters en artiesten die acte de presence geven. Zij spreken de kletsers daarbij zelfs corrigerend toe en zoeken de wandelgangen slechts op om de benen te strekken. Maar ze doen dat ook voor een praatje onder het nuttigen van drank en hapjes en voor het bekijken en kopen van het poëzieaanbod bij de verkoopstands van uitgevers en boekhandelaren.

Voor sommigen leverde De Nacht van de Poëzie met zijn rumoer ook veel van zijn kracht in. Het is allemaal wat te braaf geworden, konden zij ook dit weekeinde kritisch vaststellen. Toch is het feit dat De Nacht van de Poëzie tegenwoordig zonder wanklank verloopt en met steeds grotere interesse door zijn publiek wordt gevolgd, ontegenzeglijk het gevolg van een bewust gekozen aanpak. De kracht van de laatste edities is het gevonden perfecte evenwicht tussen de performances, de entr'actes en al die bijzaken. Oftewel: het is de chemie van het geheel, waarvan het ervaren organisatieteam het recept stevig in handen heeft.

De Nederlandse dichter Ed Leeflang en de Vlaamse journalist Piet Piryns presenteren De Nacht van de Poëzie en met Vredenburg-programmeur Anneke van Dijk zijn zij ook al een aantal jaren verantwoordelijk voor de samenstelling ervan. Zij laten zich daarbij allang niet meer verleiden door trends en stunts. Zelfs het feit dat poëzie zo centraal staat in de komende boekenweek was voor hen geen reden er een andere nacht van te maken dan anders het geval is. Zijn er al feestplannen, dan bewaren zij die vast tot volgend jaar, als het vijftienjarig bestaan wordt gevierd. De veertiende Nacht van de Poëzie was er dan ook een zoals de laatste jaren te doen gebruikelijk is: gedegen, kwalitatief hoogstaand en met voor elk wat wils.

Dat gold op de tweede plaats voor de entr'acts, met sterke muzikale bijdragen van jazz-zangeres Denise Jannah en het Roemeense zigeunerensemble Taraf de Hadouks. En na middernacht was er als remedie tegen de zich opdringende slaap het verrassende a capella-popkwartet Mezzo Macho en de meligheid van Kamagurka-teksten door de Vlaamse bariton Guido Naessens. 
Voorop stond het gevarieerde en over het algemeen zeer sterk gedeclameerde poëzieaanbod. Dat reikte dit jaar van de romantische poëzie van Eddy van Vliet tot het poëtisch engagement van H. H. ter Balkt (lees hier zijn gedicht in de Nacht-bundel). En van het light verse van 'Nachtnestor' Kees Stip en de kinderpoëzie van Rudy Kousbroek en Mensje van Keulen tot gewaagde acts van de performing poets Titi Zaadnoordijk en Jaap Blonk. Drie dichters lazen voor uit verzamelde gedichten van zichzelf (Stip) of van anderen (Campert las Andreus); drie vertalers lazen hun vertaalwerk (zoals Peter Verstegen zijn Shakespeare-sonnetten). En er waren optredens van onbekende nieuwkomers (zoals Marc Tritsmans) en overbekende grootheden. Onder de laatsten Gerrit Komrij, die ironisch stelde dat zijn publiek eruit zag of het teveel poëziebundels had gelezen en dat hem toch haast alles beter lijkt dan je kostbare tijd daaraan te verdoen.

Om half vier zondagochtend las Gerry van der Linden haar laatste dichtregel: 'Gedicht, houd je mond'. Daarmee kwam een einde aan de veertiende Nacht van de Poëzie, die als veelbetekend motto (van Chr. J. van Geel) droeg 'De nacht valt nooit in slaap'. 'Volgend jaar doen we het beter', zei Piet Piryns nog in zijn slotwoord. Dat kon slechts slaan op het feit dat de manifestatie wat minder fors uitliep dan andere jaren het geval was. Meer was er absoluut niet op aan te merken.
 

Archief 2018