woensdag 12 december 2018

Alle drukken ervan staan in mijn kast: die van 1941 (eerste druk) t/m die van 2008 (zesde druk). Ik heb het over Snippers op de rivier van A. Marja (pseudoniem van Arend Mooij, 1917-1964). Het boek maakte grote indruk op mij en voedde indertijd mijn literaire leeslust.
Waar ik het van kende? Ik was een groot liefhebber van het werk van Simon Vestdijk en die had in 1941, na het verschijnen van die eerste druk van Snippers, een brief aan A. Marja geschreven. Daarin prijst hij diens prozadebuut: “Een boek dat ik met genoegen las en vooral: dat naar meer doet verlangen!”
Ik denk dat ik die brief onder ogen kreeg en het boek daarom bestelde. Dat maakte vervolgens zoveel indruk omdat het over een jongen ging – Willy ter Veer genoemd, maar in werkelijkheid toch vooral Arend Mooij – die zich moeizaam ontwikkelt van jongen tot man. Ik moet veel in mijn persoonlijke groei naar volwassenheid hebben herkend.
Beroemd is A. Marja niet geworden. Hij schreef weliswaar zo’n twintig dichtbundels (lees hier en hier), maar als essayist, vertaler en romancier opereerde hij in de schaduw van Forum-auteurs als Menno ter Braak, Edgar du Perron en natuurlijk Simon Vestdijk. Het bleef ook bij die ene roman: Snippers op de rivier. Wat ook niet hielp: hij was een practical joker, maar zijn grappen vielen bij collega-schrijvers vooral verkeerd [*]. Bovendien: Marja werd slechts 46 jaar oud en zijn biografie wijst op een ongelukkig leven. Hij kon niet van zijn pen rondkomen, trof het niet in de liefde (drie huwelijken), tobde al jong met zijn gezondheid (darmziekte, hartklachten, diabetes…) en raakte steeds gefrustreerder over een gebrek aan literaire erkenning, waardoor hij een ziekelijke drang ontwikkelde om fouten van anderen aan de kaak te stellen, waarbij hij veel grenzen overschreed.
Oktober 2008 zorgden een heruitgave van Snippers op de rivier, een bloemlezing uit de gedichten en een speciale aflevering van het literaire tijdschrift Tzum vooreen korte revival. Maar tien jaar later… Nu ja, vandaag dan nog één keer.
[*]
Dezelfde Vestdijk noemde hem een scheldvirtuoos naar aanleiding van Marja’s bloemlezingen met polemische uitingen van schrijvers die slaags raakten met elkaar en met de buitenwereld.
Enkele voorbeelden van zijn practical jokes: (1) het bij vrienden naar de wc gaan zonder door te spoelen, waarna hij het doorspoelmechaniek onklaar maakte en vertrok, (2) het laten bezorgen van ongewenste bestellingen, (3) het opzeggen van andermans telefoonabonnementen en (4) het zich tijdens een radio-uitzending langzaam gaan uitkleden terwijl een dichteres voorleest uit eigen werk.
Nou, nog eentje dan: (5) rondom de jaarwisseling van 1962 ontvingen de leden van de Vereniging van Letterkundigen en de pers een circulaire. Daarin stond dat Garmt Stuiveling (voorzitter van de VvL) zou aftreden. Stuiveling werd er al een tijd (ten onrechte) van beschuldigd dat hij in de oorlog levens van joodse auteurs in gevaar bracht. De circulaire kondigde een vergadering aan om een nieuwe voorzitter te kiezen. Een van de kandidaten: A. Marja. Omdat men hem er meteen al van verdacht hierachter te zitten, royeerde het VvL-bestuur hem, maar een ledenvergadering maakte dit vervolgens ongedaan en dwong het bestuur op te stappen. Nog lang sudderde het schandaal onder schrijvers na.