Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 46 - I.M. Aat Veldhoen (1934-2018)

donderdag 22 november 2018


Aat Veldhoen: Paring (1964)


Beeldend kunstenaar Aat Veldhoen (1934) is zondag 9 december overleden. In 2004 werd hij getroffen door een hersenbloeding en omdat hij daarna zijn rechterhand niet goed meer kon bewegen, leerde hij zichzelf om met links te schilderen. Tegen een tweede herseninfarct heeft hij zichzelf niet meer weten te wapenen. 

Als ik aan Veldhoen denk, komt altijd zijn ‘jaren-zestigideaal’ weer naar boven. Alle kranten schrijven er deze maandag (10 december) over in zijn In Memoriam. Ik citeer NRC-Handelsblad (Gijsbert van der Wal):

In 1964 besloot hij dat zijn werk voor iedereen betaalbaar moest zijn en ging hij tekeningen maken op aluminium offsetplaten, waarvan de afdrukken werden verkocht vanuit een bakfiets op het Spui in Amsterdam. "Met offsetdruk maak je de lithografie van 1964”, beweerde hij destijds in het Rotterdams Parool. "Mijn methode heeft het tempo van deze tijd: in plaats van zoals vroeger tien exemplaren te maken, schakel je even de machine in en je hebt zúlke stapels.” "Rotaprint heet dat”, legde hij een journalist van de Wereldkroniek uit. "Moet je je eens even voorstellen wat voor consequenties zoiets zal hebben. [...] Als mijn plan lukt, kunnen duizenden mensen prenten kopen voor een rijksdaalder.”
Maar juist omdat het plan lukte, lukte het uiteindelijk niet. Terwijl half Amsterdam voor 3 gulden (de uiteindelijke prijs) een echte Veldhoen verwierf, bleef alle andere kunst even duur. De officiële kunstwereld deed niet aan zijn rotaprentenplan mee. Een illusie armer hield hij omstreeks 1970 op met het maken van grafiek om zich volledig aan de schilderkunst te wijden.

Tegenwoordig worden uitgerekend Veldhoens vroege etsen en rotaprenten het hoogst gewaardeerd. Museum Het Rembrandthuis verwierf alle 384 prenten die hij tussen 1956 en 1967 maakte en wijdde er in 2001 een tentoonstelling aan. In 2014 hing een ruime keuze uit de rotaprenten op de afdeling twintigste eeuw van het Rijksmuseum, zowel vanwege hun artistieke kwaliteit als vanwege het tijdsbeeld dat erin was vastgelegd. De prenten verhalen van provo en seksuele revolutie en ze tonen een dwarsdoorsnede van de hoofdstedelijke bevolking in de jaren zestig, zonder onderscheid des persoons: wit en zwart, ethersnuiver en rechter, motoragent, kunsthistoricus, transseksueel en groentenvrouw. Een bonte portrettengalerij.

Veldhoens rotaprenten in het Rijksmuseum (2014)

Archief 2018