Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 44 - Zwagerland

woensdag 07 november 2018




Prachtige bundel: Grote Groet uit Zwagerland. Ode aan Noord-Holland door zijn bekendste schrijver. Essays, gedichten en verhalen van Joost Zwagerman over Alkmaar (zijn geboorteplaats) en omstreken.

Het gedicht van vandaag (lees hier) komt uit die bundel. Zwagerman schreef het april 2007 als stadsdichter van Alkmaar. Aanleiding: de dood van de 16-jarige Havo-scholier Gerd Nan van Wijk, die tijdens een ruzie met een 17-jarige jongen met een boksbeugel op zijn slaap werd geslagen en in coma raakte. 

De bundel verscheen ter gelegenheid van Zwagermans geboortedag, wanneer ook voor de eerste keer de Joost Zwagerman-lezing plaatsvindt, evenals de uitreiking van de Joost Zwagerman-essayprijs

Aan die drie feestelijkheden danken we het Volkskrant-interview van zaterdag 27 oktober met Maaike Pereboom, de vriendin van Zwagerman, die na zijn zelfmoord zweeg. Een citaat: 

‘Ik heb helemaal nergens op gereageerd’, zegt Maaike Pereboom over alle interviewverzoeken die ze kreeg na de dood van haar vriend, de schrijver Joost Zwagerman, in september 2015. Ze waren drie jaar samen; ze was drie maanden zwanger toen Zwagerman een einde aan zijn leven maakte. ‘Ik ben ondergedoken. Een paar mensen om Joost heen hebben mij fantastisch beschermd, onder wie zijn uitgever. Zij is er als een pitbull voor gaan liggen toen De Telegraaf belde. Daar ben ik haar heel dankbaar voor, want ik was een schim van mezelf. Een zombie. Ik at wel, voor mijn baby, ik dacht: dat kind moet voeding krijgen. Maar tegen heug en meug. Voor mij hoefde het niet.’
Nog steeds is ze voorzichtig met publiciteit. ‘Programmamaker Coen Verbraak werkt aan een documentaire over Joost. We hebben er lang over gesteggeld of ik zou meewerken. Hij is een geweldige journalist natuurlijk, maar toch heb ik besloten het niet te doen. Als ik iets doe, dan in de Volkskrant, omdat het Joost zijn krant is. En er is nu een positieve aanleiding voor.’

Op 18 november, Zwagermans geboortedag, wordt in Alkmaar de eerste
Joost Zwagerman-lezing gehouden, een vanaf nu jaarlijks terugkerende lezing over een onderwerp in zijn geest. Voor deze eerste keer is historicus Simon Schama uitgenodigd. Ook wordt de Joost Zwagerman-essayprijs uitgereikt aan een jonge, beginnende schrijver. Pereboom: ‘Dat essay mag over alles gaan, want ook voor Joost was geen onderwerp te min. Er is een essay genomineerd dat over bomen gaat, maar ook een over serendipiteit. Dat had Joost prachtig gevonden.’ Ze hapert even. ‘Het is dubbel, want Joost hield van dit soort presentaties met veel mensen erbij en hij had het geweldig gevonden om Simon Schama te ontmoeten, een grote held van hem. Tegelijkertijd wil ik dit helemaal niet organiseren en verzet ik me ertegen. Het is net als met Joosts uitvaart, dat was best absurd. We zaten te vergaderen over wie er allemaal moesten spreken, die, en die ook, het evenement - ja, dat wordt het dan - werd steeds groter. Op een gegeven moment dacht ik: voor wie doen we dit eigenlijk? Hij is er straks niet bij.’

Archief 2018