Logboek

Het Logboek (de edities van 2012 t/m najaar 2016 zijn hier niet meer terug te lezen) veranderde 1 januari 2020 weer van een dag- in een Weekboek. Elke week - een enkele keer iets vaker en vaker iets minder - schrijven over wat week maakt. Of zoals ik het tegenwoordig noem: ik ben in mijn leven onderweg om mooie dingen aan te raken. Vanaf juni 2021 zal er minder vaak dan wekelijks een bijdrage te lezen zijn; de schrijftijd gaat op aan boeken die in februari en in oktober 2024 verschijnen.

-----

Voor wie een handvat zoekt: met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar; met de pijl links vooruit naar het volgende. Handiger echter zijn deze links: daarmee ga je naar de inhoudsopgaven van 202320222021, 2020 (deel 1: A t/m F, deel 2: G t/m Ldeel 3: M t/m R, en deel 4: S t/m Z), 2019 en 2018 en de logboeken van 2017 en (enkele van) najaar 2016.

-----

Dat in het beeld de klok op vijf uur staat, is omdat mijn dag al zolang ik mij herinner, begint rond (en meestal al ruim voor) vijf uur 's morgens, hoe laat het 's avonds ook wordt. Sinds de zomer van 2022 sta ik op om steevast drie uur. Om te schrijven zijn het mijn meest productieve uren van de dag.

Week 43 - Slauerhoff [2]

dinsdag 30 oktober 2018

 

Vervolg van gisteren.

Roland Holst werd gewaarschuwd en reisde onmiddellijk naar Hilversum, waar hij Slauerhoff vanaf woensdag 30 september elke dag vanuit zijn logeeradres bij zijn moeder bezocht. Hij praatte tegen hem als hij wakker was of las in een boek als hij sliep. Dokter Van de Linde bevestigde de indruk van Roland Holst: dit leven kon nog maar een of twee weken duren. In de nacht van 2 op 3 oktober verslechterde de toestand met het uur. Darja Collin werd, waarschijnlijk op initiatief van Roland Holst, gealarmeerd. 
Zij was kort voordien naar Brussel gereisd, waar zij met een leerlinge zou optreden in het voorprogramma van de bioscoop in de rue des Plantes in de voorstad Sint-Joost-ten-Node. Toen zij door Roland Holst en Van de Linde was getraceerd, belde zij een vriendin op met het verzoek om haar met de auto in Maastricht op te halen, hetgeen geschiedde. Vanuit Maastricht reden zij naar Villa Carla in Hilversum, waar Darja op 4 oktober meteen naar de kamer van Slauerhoff liep. Zij kwam er enge tijd later ontdaan uit en wilde niet meer binnengaan. Slauerhoff had haar zijn naakte, afgematte lichaam laten zien, en had stamelend schor uitgebracht: “Zo, danseresje, dat had jij toch ook niet verwacht, hè?” Tegenover de vrouw die hem eens volledig had betoverd, liet hij zijn onmacht en ontluistering zien in een ‘verwoed verwoestingsfeest’. Zij leefde door, terwijl hij stervende was. Het was een bruuske en dramatische laatste ontmoeting, waarover Darja iets aan Du Perron moet hebben losgelaten, getuige diens brief aan Roland Holst: “Toen hij tout son saoûl aan beroerdigheid genoten had, is hij ook nog aardig tegen haar geweest, en heeft alleen maar al zijn vrienden al knnkerend de revue laten passeren, maar meer humoristisch.”

Archief 2018