zondag 14 oktober 2018
Mooi artikel van Nico de Fijter en Sandra Kooke vrijdag (12 oktober) in het katern Religie & Filosofie van Trouw, de beste krant van Nederland. Dit onder de titel Ook moderne relieken kunnen troost en kracht geven. Aanleiding: de tentoonstelling Relieken in het Utrechtse Museum Catharijneconvent (nog t/m 3 februari).
Nico de Fijter: “Relieken waren van oorsprong louter religieus. […] Relieken zijn overblijfselen van de lichamen van heiligen of voorwerpen die deze heiligen ooit in handen hebben gehad. Aan die relieken worden krachten toegekend, ze vervullen een verbindende rol tussen God en mens: een splinter van het hout waaraan Jezus gekruisigd werd, een doorn van de doornenkroon die hem voor die kruisiging op het hoofd werd gezet, bloed van een overleden paus, de mantel van een martelaar, zand uit Mekka, de schedel of een vingerkootje van een apostel.
De reliekenpraktijk was honderden jaren een louter religieuze […]: de aanwezigheid van relieken trekt wereldwijd nog steeds vele miljoenen gelovigen naar plekken waar ze in de nabijheid van die relieken kunnen komen.
Terwijl de reliekenpraktijk samen met de institutionele religie waar ze uit is voortgekomen in de westerse wereld aan belang begon in te boeten, kwam er meer ruimte voor niet-religieuze relieken. Behalve relieken van heiligen en martelaren verschenen er relieken van popsterren, topsporters en andere idolen: haren van Diego Maradona, een gitaar van Jimi Hendrix, de sigarendoos van Pim Fortuyn, een wielershirt van Marco Pantani.
Hoe zit het met voorwerpen of overblijfselen van mensen die geen enkele bekendheid genieten en alleen waarde hebben voor hooguit een handjevol mensen? Persoonlijke relieken dus: de oorbellen van oma, de knuffel van een overleden kind.“
Trouw riep lezers op te vertellen wat ze als hun persoonlijke reliek beschouwen. Sandra Kooke interviewde drie van de inzenders, van wie dit verhaa veel indruk op me maakte:
23 februari 2014 staat in het geheugen gegrift van Jessica van Boxtel en Remco Maronier. Op die dag werd hun dochtertje Tirza geboren én overleed zij. “We verheugden ons op haar geboorte, maar het liep volkomen anders”, zegt Van Boxtel. “Omdat ze alleen nog in mijn buik geleefd had, wilden we haar dichtbij ons houden. Daarom kozen we niet voor een graf en het uitstrooien van haar as voelde ook niet goed. Wat dan? We zeiden tegen elkaar: we geven het de tijd. We plaatsten haar urntje op een plank met haar geboorte- en sterfkaartje, een kaars enandere kleine herinneringen.”
Inmiddels hebben ze een bestemming gevonden. Voor de as van Tirza lieten ze een muziekdoosje maken van een Utrechtse plataan. Als het doosje opengaat, klinkt er muziek uit de film Amélie, waar ze veel naar luisterden tijdens de zwangerschap. Het muziekdoosje staat nu op een plank in de kamer. Maronier: “Ze heeft zo een waardig plekje in ons gezin. Het is ons eerbetoon aan haar, het mooiste dat we haar konden geven. Daar halen we troost uit.”
Op haar verjaardag spelen ze het muziekje en branden ze een kaars. Ook tussendoor, op intieme momenten van het gezin of als hun kinderen van zes en drie erom vragen, gaat het speeldoosje open. Van Boxtel: “Dat houdt de herinnering levend.”
De as van hond Kieri wacht nog altijd in een bus op haar definitieve bestemming. Om te voorkomen dat die bus weer mee verhuist naar de nieuwe woning, bedenk ik de komende dagen mijn persoonlijke reliek. Wordt vervolgd.

