dinsdag 02 oktober 2018
[Lees ook hier.]
Er verschenen meer interviews, zoals in de Volkskrant door Gidi Heesakkers (15 september jl.). Enkele citaten:
Op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen, woensdag 21 maart 2018, om half 11 in de morgen, bestelt schrijver Lieke Marsman (28) een dubbele whisky. De barman van het Amsterdamse café Bukowski schudt nee. “Het is half 11 ’s ochtends, je krijgt geen dubbele whisky.” Als hij hoort dat ze net van het tegenovergelegen ziekenhuis komt en slecht nieuws heeft gehad, krijgt ze ’m toch. Een dubbele whisky als eerste reflex - het onheilscliché der genotsmiddelen. “Ja,’ zegt ze nu, “ik moest er zelf ook wel om lachen.”
Eerder die ochtend ziet Marsman op haar telefoon dat ze een gemiste oproep en een voicemailbericht heeft van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, waar ze een dag eerder een MRI-tunnel werd ingeschoven. Ze denkt aanvankelijk aan RSI in haar schouder, maar maandenlange fysiotherapie haalt niets uit. De pijn wordt alleen maar erger. De huisarts vermoedt neuralgische amyotrofie, een zeldzame, niet-progressieve spierziekte, en verwijst haar door naar een orthopeed, die weer doorverwijst naar een neuroloog. Die wil een MRI-scan laten maken.
De wachttijd voor de scan is twee maanden, maar na een maand is de pijn onhoudbaar. Tijdens een schrijversverblijf in Tilburg, waarvoor Marsman is uitgenodigd door de organisatie van literair festival Tilt, ligt ze bijna alleen maar in bed. Het gaat zo slecht dat Marsmans vriendin, journaliste Simone Peek (30), het ziekenhuis belt en uiteindelijk voor elkaar krijgt dat ze er eerder terecht kan.
En dan hoort ze dus het voicemailbericht van het OLVG, waar ze een paar honderd meter vandaan woont; zo dichtbij, dat ze de loeiende ambulances die er aankomen en vertrekken niet eens meer hoort. Of ze wil langskomen. Het kan meteen, als ze wil. Ze is alleen, staat op het punt om te gaan stemmen, verbaast zich erover dat het ineens zo snel gaat en wandelt erheen. Een kwartier later zit ze tegenover een neuroloog die binnen 30 seconden meldt wat niemand had verwacht: het is geen RSI, geen spierziekte, maar kraakbeenkanker, ook wel chondrosarcoom.
In haar bovenrug zit een kwaadaardige bottumor van 8 bij 9 bij 10 centimeter groot. Meer kan de neuroloog er niet over zeggen. Een dag later weet de oncoloog in het Amsterdam UMC te vertellen dat het gaat om een kankersoort die weinig voorkomt - en dan eigenlijk alleen bij ouderen - en waarop chemotherapie geen effect heeft en bestraling amper. De tumor, haar schouderblad en een groot gedeelte van de schouderspieren worden twee weken na de diagnose tijdens een 5,5 uur durende operatie verwijderd. Uitzaaiingen blijken er gelukkig niet te zijn.
Weer anderhalve week verder is ze helemaal van de pijnstillers af. ‘Zelfs geen paracetamol meer.’ Inmiddels is ze schoon verklaard, zoals dat heet. Ze kan haar rechterarm niet meer omhoog doen, maar nog wel bewegen. Als je haar nu vraagt hoe het gaat, zegt ze: “Goed, een soort van.” Ze is net terug van een vakantie met haar vriendin. Ze zijn met de auto naar Slovenië en Italië geweest, hun eerste vakantie samen - ze kenden elkaar pas een paar maanden toen Marsman ziek werd. “Vooral in het begin moest ik echt bij alles huilen, maar volgens mij heeft de vakantie me wel goed gedaan. Ik begin eindelijk weer zin te krijgen om langzaam weer aan het werk te gaan.”
[…]
Hoe ze de rest van de dag, na die dubbele whisky, heeft doorgebracht, wil de interviewster weten:
“Mijn vriendin is meteen in een taxi gesprongen naar het café waar ik zat. Mijn ouders kwamen ook daarnaartoe.Ja, wat moet je doen op zo’n dag? Ik ben gaan stemmen. Eigenlijk had ik plannen ergens op een groot scherm de uitslagenavond te gaan volgen, maar daar had ik nu geen zin meer in. Ik had geen tv, maar mijn vriendin had nog een grote tv staan die ze ’s middags naar mijn huis bracht. Ik ga de komende tijd veel op de bank liggen, dacht ik, dan is een tv wel fijn. En het was ook handig voor die avond: ik nodigde vrienden uit om dan maar bij mij de verkiezingsavond te komen kijken, en om gewoon bij elkaar te zijn.Die dag, de hele eerste week eigenlijk, heb ik helemaal niets over kraakbeenkanker gegoogeld. Ik wilde er niks over weten.”