woensdag 15 augustus 2018
Zo staat het op de website van de Hof van Jan:
De Hof van Jan is een in 2011 opgericht collectief van vier margedrukkers. Ze maken gezamenlijk gebruik van één werkruimte in het centrum van Haarlem, waar ze twee FAG-proefpersen, een handdegel, een trapdegel, een etspers, een offset-proefpersje en diverse bokken met loden letters tot hun beschikking hebben. Het viertal heeft zich verenigd in een stichting tot behoud van (typo)grafisch erfgoed. Het staat open voor samenwerking met auteurs en beeldende kunstenaars.
Gezamenlijke producties worden gepubliceerd onder het imprint de Hof van Jan. Individuele uitgaven hebben een eigen imprint: Brederodepers voor Jaap Blansjaar (van Antiquariaat Blansjaar in Bloemendaal, fv), Illusions Perdues voor Thomas van Grafhorst (notaris te Haarlem, fv), de Korenmaat voor Nop Maas (biograaf van Gerard Reve, fv) en De Lojen Deur Pers voor Bubb Kuyper (van het Haarlemse veilinghuis, fv).
Omdat het zulke fraaie uitgaven zijn, ga ik er vandaag toch eens reclame voor maken. Gedrukt onder de Korenmaat zijn namelijk net weer drie prachtige uitgaven verschenen. In alfabetische volgorde
1. Steef de Jong: Het lied van Maria Theresia
In zijn voorstelling Orfeo, een drama van karton vertolkt Steef de Jong het verdriet van keizerin Maria Theresia, zittend te midden van de spullen van haar overleden echtgenoot. Tekst en muziek van het lied zijn afgedrukt in een mooi bundeltje, gedrukt in honderd gesigneerde exemplaren. Het omslag is vervaardigd van het papier dat in de voorstelling diende als mantel van Maria Theresia.

De zetter: Wie goed kijkt, vindt in het boekje nog een ander doodsliedje van Steef de Jong. Daarvoor moet dat mooie omslag er toch even af.
2. J.J. Voskuil: Kladboek 1955-1956
Voskuil, achterin: Dit zijn de eerste bladzijden van een keuze uit mijn dagboek over de jaren 1955-1957. Ze beginnen met de verhuizing van Amsterdam naar Groningen, waar ik leraar aan de Kweekschool was geworden. Een jaar later gaan we weer terug naar Amsterdam. Ik begin dan met het schrijven van Bij nader inzien. Kort daarna krijg ik een aanstelling bij het Bureau. Het fragment eindigt aan de vooravond van mijn eerste werkdag. Gezien het karakter van het dagboek dat eigenlijk geen dagboek genoemd mag worden, noem ik het Kladboek 1955-1957.

Omdat de tekst eindigt op 23 juli 1956, aan de vooravond van de terugkeer naar Amsterdam, heeft de zetter er Kladboek 1955-1956 van gemaakt. De tekst verscheen maart 2007 in literair tijdschrift Tirade, maar niet eerder in boekvorm. Nu dus wel: in een kleine oplage van 80 genummerde exemplaren.
Het alfabet is mij gunstig gezind, waardoor ik kan eindigen met de mooiste uitgave:
3. L.H. Wiener: Een kimono staat mij goed
Wat te doen als je jezelf om half vijf ’s ochtends buitensluit, enkel gekleed in een T-shirt? Het overkomt schrijver-drinker L.H. Wiener. Een mooi verhaal van paniek en menselijkheid. Honderd gesigneerde exemplaren.

Kijk eens op de website: www.hofvanjan.nl